Advocaat en columnist Jaap Baar ging fanatiek op zoek naar de partijprogramma’s voor de gemeenteraadsverkiezingen, maar dook uiteindelijk liever in jurisprudentie over de geldigheid van kieslijsten. ‘Veel partijen willen meedoen aan de verkiezingen, maar hebben hun zaakjes niet op orde.’
Tijdens het schrijven van deze column zijn de stembussen voor de gemeenteraadsverkiezingen al geopend. Ik ben er zelf nog niet over uit waar (en op wie) ik op ga stemmen. Voor mijn gemeente blijkt er ook geen stemwijzer te zijn, dus dat biedt ook geen soelaas. Ik was van plan om de lokale verkiezingsprogramma’s door te spitten, maar bij het opzoeken van de kandidatenlijsten op de website van de gemeente vond ik het toch interessanter om de lokale richtlijnen over het plakken van verkiezingsposters door te nemen. GroenLinks en de lokale liberalenpartij houden zich er niet aan, heb ik zelf geconstateerd.
Ook besloot ik het proces-verbaal van het onderzoek naar de kandidatenlijst te bestuderen; dat zal aan beroepsdeformatie te wijten zijn. Overigens kan ik u mededelen dat er in mijn gemeente slechts één herstelbaar verzuim is geconstateerd, dus de partijen hier hebben de zaken goed op orde.
Ik kon dan echter weer niet zien of dat verzuim ook daadwerkelijk hersteld is en of de ontbrekende instemmingsverklaringen, want daar ging het om, zijn binnengekomen. Ik ga er wel vanuit, want anders hadden de betreffende kandidaten geschrapt moeten worden, ingevolge het bepaalde in artikel I6 lid 1 onder b van de Kieswet.
En nu ik toch in de kieswet aan het grasduinen was, ben ik ook maar eens die wet en de jurisprudentie over de Kieswet gaan doornemen. Dat levert sowieso wel grappige vondsten op. Zoals procedures over het niet of in ieder geval niet op tijd voldoen aan de eisen van de Kieswet, zoals het stellen van een borgsom, die tot een niet-ontvankelijkheid leiden, omdat het griffierecht niet op tijd is betaald (zie bijvoorbeeld: Raad van State 3 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:243).
Geldigheid van een lijst
Sowieso valt op dat er nog best wat partijen zijn die mee willen doen aan de verkiezingen, maar hun zaakjes niet op orde hebben. Tegen de beslissing van het centraal stembureau over de geldigheid van een lijst, de handhaving van een kandidaat op die lijst of de handhaving van de aanduiding van een politieke groepering, staat beroep open. Een bijzondere procedure, afwijkend van de normale beroepsprocedure bij de Awb. De beroepstermijn bedraagt namelijk slechts vier dagen (artikel I7 lid 1 Kieswet) en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State doet uiterlijk op de zesde dag na ontvangst van het beroepschrift uitspraak, zo volgt uit lid 3. Bovendien kan de belanghebbende, maar ook iedere kiezer tegen een dergelijke beslissing in beroep.
Er zijn tien gepubliceerde uitspraken in 2022 op basis van die kieswet, waarvan er acht daadwerkelijk op deze gemeenteraadsverkiezingen zien. De uitspraken zijn vaak vrij kort en bondig, waardoor niet altijd te achterhalen is wat nu de achterliggende reden is voor het beroep. Zo lijkt het er bijvoorbeeld op dat een kiezer in Noordwijk het onverteerbaar vond dat er in het geheel geen kandidaat van de lijst was geschrapt. Het beroep richt zich blijkens die uitspraak namelijk tegen het besluit dat er ‘geen kandidaat van een lijst is geschrapt’. In beroep blijkt inderdaad dan ook nog eens dat van één van de kandidaten de instemmingsverklaring ontbreekt, zodat schrapping volgt (ABRvS, 9 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:424). Die Kieswet is onverbiddelijk, een op het oog algemeen beroep leidt dus tot schrapping van een individuele kandidaat.
Schrappingsgronden in de Kieswet
De schrappingsgronden in de Kieswet zijn bovendien ook limitatief. Zo vangt een kiezer uit Duiven die maar liefst dertien kandidaten wil laten schrappen bot. De reden om schrapping te verzoeken: de kandidaten zouden de voorgaande raadsperiode hun taken niet naar behoren hebben uitgevoerd. Dat is echter volgens de Afdeling niet aan te merken als een van de in artikel I6 eerste lid Kieswet vermelde gevallen (ABRvS 11 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:453). De kiezer mag ze gewoon op dat vermeende wanpresteren afrekenen bij de verkiezingen.
Een andere interessante zaak is die van een moeder in Winterswijk die haar minderjarige zoon van een lijst geschrapt wenst te zien, omdat deze zich buiten het ouderlijk gezag om kandidaat heeft gesteld. Met ouderlijk gezag heeft de Kieswet niets op, zo blijkt uit de uitspraak. Het beroep onder verwijzing naar artikel 1:234 BW slaagt niet, omdat de Kieswet een eigenstandige regeling betreft en, zo overweegt de afdeling, de voorwaarde van toestemming van ouderlijk gezag een beperking zou opleveren van het uitoefenen van het grondwettelijk gewaarborgde passief kiesrecht.
Omdat de zoon in kwestie tijdens de zittingsperiode van de gemeenteraad de leeftijd van 18 jaar bereikt, is hij gewoon verkiesbaar (ABRvS 9 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:425). Ik ben nu toch best benieuwd of deze zoon ook wordt verkozen in Winterswijk en hoe vaak zijn moeder zich vanaf de publieke tribune dan zal mengen tijdens raadsvergaderingen.
Terugdraaiing schrapping
Overigens kwam het slechts in één zaak tot gegrondverklaring. De schrapping van een kandidaat in Haarlem moest worden teruggedraaid. De instemmingsverklaring ontbrak. Dit verzuim kan worden hersteld en die gelegenheid werd ook geboden, maar volgens het centraal stembureau was er een verschil tussen de handtekening op de instemmingsverklaring en die op de kopie van het paspoort, zodat niet kon worden vastgesteld dat de handtekening daadwerkelijk van de kandidaat afkomstig was.
De Afdeling zet uiteen dat het doel van de instemmingsverklaring vooral is te voorkomen dat een kandidaat ongewild kandidaat wordt. Gelet daarop, het feit dat niet gezegd kon worden dat er geen enkele overeenkomst was tussen beide handtekeningen en niet in geschil was dat deze kandidaat evident verkiesbaar wilde zijn, bestaat er volgens de afdeling geen grond voor schrapping (ABRvS 14 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:460). De kieswet is hard en rigide, maar dus ook weer niet onverbiddelijk.
Ik merk in ieder geval op dat ik de procedure met betrekking tot het tot stand komen van die kieslijsten een stuk interessanter lijk te vinden dan de verkiezingen zelf. Misschien dat ik mij de volgende keer toch maar eens moet aanmelden voor het centraal stembureau. Wat ik ga stemmen, weet ik overigens nog steeds niet. Toch nog maar even snel kijken welke partij het vurigst pleit voor afschaffing van de hondenbelasting.