Het aantal advocatenkantoren dat zich sinds 2008 committeerde aan meer man/vrouw-diversiteit in de partnership en de eigen doelstelling hiervoor ook haalde, is nog in de minderheid. Dit blijkt althans uit gegevens in de vrijdag verschenen Monitor Talent naar de Top 2017. Ook Allen & Overy en NautaDutilh zijn er nog niet helemaal, maar zij verbinden zich wel aan een vervolg: de pilot Culturele Monitoring Talent naar de Top, voor meer culturele diversiteit op de werkvloer.
Door Joris Rietbroek
Het Charter Talent naar de Top voor meer man/vrouw-diversiteit in de top van het Nederlandse bedrijfsleven werd vanaf 2008 ondertekend door 262 Nederlandse organisaties. De voortgang van de ondertekenaars op het vlak van meer vrouwen in besturen en raden van toezicht is jaarlijks gemonitord. In 2017 voldeed 70% van het aantal nog deelnemende organisaties aan het wettelijk streefcijfer (minimaal 30% vrouwen in de top). Wel is ook een aanzienlijk deel van de bedrijven met het project gestopt, blijkt uit het rapport.
Van de negentien advocatenkantoren die het Charter Talent naar de Top sinds 2008 ondertekenden, hebben er nog elf gegevens over 2017 aangeleverd voor de jaarlijkse monitor. Vier kantoren zijn inmiddels uit het initiatief gestapt, waaronder AKD en Nysingh. Ook Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn doet niet meer mee, hoewel dit kantoor de afgelopen jaren volgens de Stand van de Advocatuur juist het sterkst scoorde op het aantal vrouwelijke partners (meer dan 30%). Baker McKenzie, Clifford Chance en CMS leverden over 2017 geen gegevens aan.
Volgens de Monitor 2017 heeft Van Doorne de meeste vrouwelijke partners, namelijk 33%. Hiermee is de eigen doelstelling van 26% ruimschoots gehaald, evenals het wettelijke streefcijfer van 30%. De andere kantoren die eind 2017 hun zelfopgelegde doel hebben gehaald: Loyens & Loeff (17,2% vrouwen in de top, de doelstelling was 15%), Houthoff (19,2% eind 2016, doel was 16%), Kennedy Van der Laan (32%, doel was 30%).
Bij Allen & Overy, De Brauw Blackstone Westbroek, DLA Piper, Dirkzwager en NautaDutilh bleef de man/vrouw-verhouding in de partnership nog achter bij de eigen doelstellingen, zoals te zien in dit overzicht. Ook Lexence heeft met 5,3% vrouwelijke partners de 15% nog niet gehaald, maar dit kantoor ondertekende de charter pas in 2016.
Pilot culturele diversiteit: ‘We hebben dit talent hard nodig’
Hoewel ook Allen & Overy en NautaDutilh er volgens de eigen ambities nog niet helemaal zijn qua man/vrouw-diversiteit, verbinden zij zich wel een nieuwe pilot voor meer culturele diversiteit, zowel organisatiebreed als binnen de top. Deze pilot Culturele Monitoring Talent naar de Top is het vervolg op het Charter Talent naar de Top.
De deelnemers aan deze pilot – onder hen ook o.a. ABN AMRO – bepalen voor zichzelf een streefcijfer voor culturele diversiteit op de werkvloer voor de langere termijn. Hierover verstrekken zij de komende jaren proactief gegevens met betrekking tot culturele diversiteit in de top, subtop en de gehele organisatie aan de stichting Talent naar de Top.
Allen & Overy in Amsterdam heeft de eigen doelstelling voor meer vrouwen in de partnership – 35% – bijna gehaald en staat nu op 32,4% vrouwelijke partners. In 2008 was dit nog 10,8%: dankzij deze toename en het beleid hiervoor won het kantoor vrijdag een Talent naar de Top Diamant Award. Managing partner Brechje van der Velden noemt het culturele diversiteitsvraagstuk een nog grotere uitdaging. “Het is ingewikkeld, want je wilt hierop eigenlijk niet registreren,” zegt ze. “Wij willen dat iedereen zich hier thuis moet kunnen voelen. Daarom besteden we ook aandacht aan vrij simpele dingen, zoals het Suikerfeest of Chinees Nieuwjaar. Maar iemand moet niet het gevoel hebben hier enkel te zitten vanwege een andere culturele achtergrond.”
Het probleem is vooral dat niet-westers talent niet vaak genoeg uit zichzelf aanklopt bij grote kantoren als Allen & Overy, zegt Van der Velden. “Daarom proberen we deze groep actiever te benaderen, via onze recruitmentactiviteiten of biculturele studieverenigingen bijvoorbeeld.” Inmiddels is 17% van de medewerkers van het Nederlandse Allen & Overy-kantoor nu van biculturele afkomst; bij de student-stagiairs is dat aandeel 20%. Dit moet kortom meer worden, ook om doorstroom naar de top te kunnen bevorderen. Allen & Overy moet nog een streefcijfer vaststellen; Van der Velden noemt het hoe dan ook ‘belangrijk en goed dat we ons hieraan committeren’.
Ook cliënten steeds diverser
NautaDutilh kwam in 2017 uit op 23,4% vrouwen in de partnership. Daarmee is het kantoor er voor zichzelf nog lang niet; de eigen lange termijn doelstelling van liefst 50% is zeer ambitieus. Dat weet managing partner Petra Zijp ook: “De pijplijn is nu nog niet goed gevuld om dat percentage te halen, maar we blijven de komende jaren actief vrouwelijk talent stimuleren en begeleiden in hun ontwikkeling.”
Voor de deelname aan de diversiteitspilot zet het kantoor het streefcijfer op 20% medewerkers met een niet-westerse achtergrond in 2023. “We zijn natuurlijk een Zuidas-kantoor, dus van oorsprong niet erg divers,” erkent Zijp. “Het is belangrijk dit wel te worden: op dit moment heeft 20% van de uitstroom op de universiteiten een biculturele achtergrond. Te weinig van deze afgestudeerden solliciteren bij ons, terwijl we dit talent wel hard nodig hebben. Als we hen niet binnenkrijgen, kunnen ze ook niet doorstromen en creëren we geen nieuwe rolmodellen. Bovendien kom je verder als je verschillende soorten ogen hebt, op het vlak van innovatie of inventieve adviezen aan onze cliënten, die ook steeds diverser worden.”
Daarom besteedt NautaDutilh net als Allen & Overy meer aandacht aan biculturele diversiteit in de inspanningen op het gebied van recruitment en arbeidsmarktbenadering. Ook probeert het kantoor op de werkvloer meer bewustwording te kweken over wat het betekent om tot een minderheid te behoren. “We zien inmiddels dat het percentage student-stagiaires met een niet-westerse achtergrond is gegroeid naar zo’n 20%, overeenkomstig met het percentage buitenlandse afgestudeerden,” zegt Zijp. “Maar de vraag blijft natuurlijk nog wel of zij uiteindelijk bij ons solliciteren en zo ja, of ze er doorheen komen.”