Voormalig griffier Marlous van der Togt moet oud-rechter Hans Westenberg – beiden voorheen werkzaam bij de rechtbank Den Haag – schadevergoeding betalen wegens een haar toe te rekenen onrechtmatige daad. Zij stuurde in 2007 een anonieme brief naar Nieuwe Revu met verwijten over partijdigheid, belangenverstrengeling en machtsmisbruik aan het adres van Westenberg, maar volgens het Gerechtshof Den Bosch heeft ze die beschuldigingen onvoldoende onderbouwd en ook niet voldoende op juistheid onderzocht.
Door Lucien Wopereis
Volgens het Gerechtshof staat de zaak over de aantijgingen van Van der Togt deels los van de zaken over de ‘bellende rechter’ Westenberg. Die laatste zaken – even grofweg tussen advocaat Hugo Smit, auteur Micha Kat en rechter Westenberg – doen volgens het gerechtshof niet af aan de schade die Van der Togt zelf heeft aangericht met haar beschuldigingen over samenspanning en vriendjespolitiek tussen rechter Westenberg en rechter Kalbfleisch.
Het Hof stelt dat de ‘zeer ernstige beschuldigingen’ van de oud-griffier raken aan de kern van ‘het onafhankelijk functioneren als rechter’. Het algemeen belang is gediend met het blootleggen misstanden binnen de rechterlijke macht, maar de zware beschuldigingen kunnen volgens het Hof ‘het voor rechters benodigde publieke vertrouwen om hun speciale maatschappelijke rol in de democratische samenleving goed te kunnen vervullen, ondermijnen’. ‘Dit vrijwaart rechters in het algemeen of individueel niet van openbaar geuite kritiek, maar mede gezien hun doorgaans beperkte verweermogelijkheden in het openbaar debat verdienen rechters bescherming tegen destructieve en ongefundeerde aantijgingen in die zin, dat openbare beschuldigingen die de kern van hun rechterlijk ambt raken niet lichtvaardig horen te worden gedaan.’
Dat is in de zaak Van der Togt wél gebeurd, meent het Hof. Ze had, mede gelet op het tijdsverloop, voorzichtiger moeten opereren, en de brief met aan Nieuwe Revu ook minder ‘tendentieus en/of suggestief’ moeten inkleden. De beschuldigingen aan het adres van Westenberg en Kalbfleisch missen ‘vrijwel iedere nadere feitelijke onderbouwing’. Ook had ze zich voor het versturen van de brief kunnen en moeten vergewissen van de juistheid en volledigheid van haar herinneringen.
Gekke dingen
De ‘zaak Westenberg’ komt aan het rollen door het in 2004 gepubliceerde boek Topadvocatuur van Micha Kat. In het boek stelt advocaat Hugo Smit dat er in Nederland ‘gekke dingen’ gebeuren bij grote schadeclaims, ‘zoals rechters die uitvoerig gaan bellen met advocaten’. Smit noemt Westenberg en de Chipsholzaak bij naam. Een stortvloed aan procedures – in eerste instantie geëntameerd door Westenberg – is het gevolg. Het einde van al die procedures is nog lang niet in zicht.
De zaak Van der Togt is één van de vele spin offs. Naar aanleiding van de publicatie ‘De liegende rechter’ in Nieuwe Revu in 2007 stuurt zij een anonieme brief naar het blad waarin ze onder de kapitale vermelding HET RECHT MOET ZEGEVIEREN melding maakt van een innige vriendschap tussen de rechters Westenberg en Kalbfleisch. Laatstgenoemde zou Westenberg in haar aanwezigheid hebben gevraagd te interveniëren in de Chipsholzaak ten behoeve van vrienden van hem. De brief van Van der Togt wordt door een journalist van het blad doorgestuurd naar de wederpartij, de familie Poot, en dat leidt onder meer tot voorlopige getuigenverhoren van Westenberg en Kalbfleisch.
Enkele jaren later stapt Van der Togt met de beschuldigingen inzake Westenberg en Kalbfleisch naar een oud-president van de rechtbank. Als gevolg van deze stap van wordt de identiteit van Van der Togt bekend, en wordt ook bekend dat zij de auteur is van de eerdere brief aan Nieuwe Revu. Zij herhaalt de beschuldigingen vervolgens in openbare getuigenverhoren. Naar aanleiding van de brief van Van der Togt aan Nieuwe Revu wordt een strafzaak opgestart tegen Westenberg op verdenking van valsheid in geschrifte en meineed. Daarvan wordt Westenberg uiteindelijk vrijgesproken.
Vraagtekens
Het Gerechtshof Den Bosch plaatst in de uitspraak van dinsdag vraagtekens bij de brief en de verklaringen van Van der Togt. Zo herinnert zij zich een etentje bij een goede vriend van rechter Kalbfleisch, maar die blijkt al jarenlang niet meer te wonen in de woning die zij aangeeft als de plaats van handeling. Ook begrijpt het hof niet waarom de vrouw de rol van klokkenluider pas aanneemt na de publicatie van het artikel ‘De liegende rechter’ in Nieuwe Revu. Ze zegt ‘misstanden bij de rechtbank Den Haag’ aan te willen kaarten, maar wacht daar ettelijke jaren mee, en ze verklaart ook dat ze ‘geen misstand heeft ervaren’ toen ze getuige was van het gesprek over de Chipsholzaak tussen Westenberg en Kalbfleisch.
Een schadestaatprocedure moet nu duidelijkheid brengen over de vraag ‘welke kosten aan het handelen van geïntimeerde (de griffier, L.W.) kunnen worden worden toegerekend’. Westenberg laat in NRC Handelsblad weten dat hij een materiële schadevergoeding eist van 125.000 euro, te vermeerderen met immateriële schadevergoeding. Matthijs Kaaks, advocaat van Van der Togt, spreekt in de krant van ‘een misstand’. Volgen hem geeft de zaak aan ‘hoe kwetsbaar de positie is van een klokkenluider in een hiërarchische organisatie’.