In ‘Uitgelicht’ wordt een publicatie uit een juridisch praktijktijdschrift open access gedeeld. Dit keer een artikel over ‘betaalde arbeidstijd’. Krijgt een werknemer, die tien minuten voor zijn dienst verplicht aanwezig is, daarvoor loon? Civiel juridisch adviseur Britt Vermulst licht toe.
Het artikel van Vermulst, werkzaam bij het Landelijk Bureau Vakinhoud rechtspraak, is in november gepubliceerd in de zevende editie van dit jaar van het Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk.
Eerder melden
In het stuk weidt Vermulst uit over het concept ‘arbeidstijd’; wanneer is daarvan sprake, en wanneer moet hiervoor loon worden betaald. De auteur neemt de lezer mee aan de hand van een uitspraak in mei, van het gerechtshof in Den Haag. In de casus gaat het om een contactcentermedewerker, die zich van zijn werkgever altijd tien minuten vóór zijn shift moet melden om in te loggen in programma’s, voordat hij vervolgens stipt om negen uur aan zijn eerste call kan beginnen.
Veel personeel heeft te kampen met dergelijke planningsregels – vaak opgenomen in arbeidsovereenkomsten of reglementen -, maar regelmatig wordt deze tijd niet uitbetaald.
Betaalde arbeidstijd
In de Haagse zaak luidt uiteindelijk het verdict dat de minuten voor starttijd ‘betaalde arbeidstijd’ zijn, waarvoor de werkgever dus moet betalen. Vermulst onderzoekt in de publicatie verder wat dit oordeel betekent voor de praktijk. Aan de hand van (Europese) wetgeving en jurisprudentie is beschreven wanneer sprake is van arbeidstijd, en wanneer hiervoor betaald moet worden.
Gepubliceerde uitspraken over verplichte eerdere of langere aanwezigheid op werk zijn op een rij gezet. Daarnaast worden in het artikel veel voorkomende situaties besproken – zoals het omkleden voor een dienst. Telkens wordt daarbij de vraag beantwoord: is sprake van arbeidstijd? Zo ja, moet de werknemer (volledig) betaald worden? Of is lager loon mogelijk, of zelfs geen loon.
Duidelijk informeren
Een conclusie van Vermulst is dat sprake is van arbeidstijd als vaststaat wat van een medewerker wordt verwacht, hetgeen aansluitend in de praktijk ook zo moet worden uitgevoerd én gehandhaafd. Een werknemer moet niet over zijn ‘eigen tijd’ kunnen beschikken, en daarnaast beschikbaar zijn en onder gezag van zijn werkgever staan.
Het uitbetalen van arbeidstijd, hangt af van de afgesproken ‘arbeidsomvang’ – besluit Vermulst – en of deze tijd daarbinnen of buiten valt. Ook kan een werkgever een verschillend beloningsbeleid hanteren, mits rechtvaardig en vastgesteld met ‘heldere en objectieve maatstaven’. Bij wet zijn werkgevers in ieder geval verplicht werknemers te informeren over hun arbeidstijd én loon.
Nieuwsgierig naar het artikel? Klik hier voor de open access-versie binnen Sdu OpMaat.
Britt Vermulst is juridisch adviseur in het team civiel bij het Landelijk Bureau Vakinhoud rechtspraak in Den Haag. Daarnaast is ze buitengriffier bij het Hof van Discipline.