Dat hij zonder voorafgaande bespreking of toestemming een wrakingsverzoek indiende als ‘laatste redmiddel’ valt onder omstandigheden nog wel te billijken. Hij had zijn cliënt echter wel moeten informeren over dat verzoek, en het ‘weg kopiëren’ van de passage over de wraking in het aan de cliënt toegezonden arrest is natuurlijk uit den boze, aldus de Raad van Discipline in Amsterdam.
Volgens de Raad heeft de advocaat in kwestie door het niet informeren en het verwijderen van de passage in het toegezonden arrest het aanzien van de advocatuur geschonden. De Raad rekent hem dat ‘zwaar aan’.
Er is echter ook een reeks verzachtende omstandigheden. De advocaat heeft geen tuchtrechtelijk verleden, er was geen financieel gewin, hij stuurde aan de opvolgende advocaat het volledige arrest en hij toonde tijdens de zitting berouw ‘waarbij hij heeft benadrukt dat het een eenmalige integriteitsfout is die hij nooit meer zal maken’. De Raad komt om die redenen tot een voorwaardelijke schorsing van twaalf weken.