Een advocaat kreeg onlangs van de tuchtrechter een waarschuwing, nadat hij zijn cliënt onvoldoende had begeleid en geholpen in zijn strijd om zijn medisch dossier aangepast te krijgen.
Een man die bij het Amsterdams Medisch Centrum (ACM) zijn onjuist gestelde diagnose uit zijn dossier wilde laten verwijderen, benaderde hiervoor in januari 2021 een advocaat. Wanneer deze advocaat de medische stukken echter opvraagt bij het ACM, stuit hij op de verjaring van de vordering.
Op 15 februari 2021 heeft het AMC de medische gegevens aan de advocaat gestuurd, die deze vervolgens naar de cliënt heeft doorgestuurd. Gedurende de daaropvolgende maanden heeft de raadsman aanvullende informatie opgevraagd bij de huisarts van klager en de behandelaar.
In februari 2022 heeft de advocaat telefonisch aan de man medegedeeld dat er onvoldoende gronden waren om een verzoek tot verwijdering van de gestelde diagnose in te dienen. Hierbij heeft de raadsman klager geen kosten in rekening gebracht.
Aan het lijntje gehouden
De man stapt echter naar de tuchtrechter met een klacht over zijn advocaat. Volgens hem is hij onvoldoende op de hoogte gehouden gedurende het proces en werd hij aan het lijntje gehouden. Bovendien was de conclusie van de advocaat dat het ACM de diagnose niet hoefde te verwijderen volgens hem onjuist; de advocaat had hem op de mogelijkheid van het medisch tuchtcollege moeten wijzen, vindt de man.
Uit de stukken en de zitting blijkt volgens de raad dat er onduidelijkheid bestond over de omvang van de opdracht en wat de cliënt van zijn advocaat mocht verwachten. De raadsman heeft nagelaten een opdrachtbevestiging te sturen, wat tot verwarring heeft geleid over de aard en omvang van de opdracht.
De raad is het met de man eens dat de advocaat niet adequaat op e-mails en telefoontjes gereageerd heeft, en stelt dat – ondanks dat er wel degelijk contact is geweest tussen de twee – er voor de cliënt veel onduidelijkheid was over de zaak.
Verkeerd geadviseerd
Verder heeft de man aangevoerd dat hij verkeerd is geadviseerd, maar de raad heeft geen aanwijzingen gevonden voor ‘ondeugdelijk advies’. Wat betreft de voortgang van de zaak erkent de advocaat dat de duur van de procedure te wijten was aan drukte en persoonlijke omstandigheden. Hoewel de raad begrip toont voor deze omstandigheden, had hij de zaak aan een collega kunnen overdragen of de man op zijn minst op de hoogte kunnen stellen van de vertraging.
Concluderend stelt de raad vast dat de raadsman op verschillende momenten belangrijke informatie en afspraken onvoldoende schriftelijk heeft vastgelegd, te weinig heeft gereageerd op hulpverzoeken van zijn cliënt en hem onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van de voortgang. In deze opzichten voldoet de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder niet aan de professionele standaard. Mede omdat dit slechts zijn eerste aanraking met het tuchtrecht is, komt de advocaat er met een waarschuwing vanaf.
Lees hier de volledige uitspraak