Naar nu blijkt heeft de Raad van Discipline voormalig advocaat-partner Frank Vermeer van het Harderwijkse kantoor OMVR begin november 2020 van het tableau geschrapt. Hij werd eind 2016 aangehouden op verdenking van faillissementsfraude. Het OM gaf hem in 2019 als strafbeschikking 120 uur werkstraf.
Het onderzoek van de FIOD in 2016 betrof een faillissement uit 2008, waarbij Vermeer werd aangesteld als curator. Uit het onderzoek kwam naar voren hoe hij in deze rol de failliete boedel opzettelijk benadeelde met het doorverkopen van een stuk vastgoed. In eerste instantie verkocht hij een pand voor het relatief lage bedrag van 195.000 euro aan een bevriende relatie, waarna dit pand nog op dezelfde dag werd doorverkocht aan een andere partij, voor 268.000 euro. Vermeer deelde mee in de winst.
Zijn rol hierin bleek onder meer uit verschillende e-mails aan andere betrokkenen. Zo schreef hij: “Ik geef je tijd om dat hok kwijt te zijn voor we het überhaupt zelf afnemen.” En later: “Wat mij betreft afwikkelen. Probeer er nog wat bij te krijgen en klaar is het. Als we een dikke 70K pakken is dat gewoon lekker.”
Dat was nog niet alles: nader onderzoek wees uit hoe hij meerdere grote bedragen had onttrokken van OMVR, met behulp van valse facturen voor tenminste één cliënt. Deze declaraties inde hij buiten het kantoor om, via zijn eigen vennootschappen. Om hoeveel geld het precies gaat, is niet bekend gemaakt. Wel is er een schikking getroffen, en is het kantoor schadeloos gesteld.
In zijn schriftelijke verweer – hij liet de meermaals uitgestelde zitting bij de tuchtrechter aan zich voorbij gaan – ontkende Vermeer faillissementsfraude te hebben gepleegd. Instemmen met de strafbeschikking van het OM betekende nog geen schuld erkennen, laat staan een veroordeling hiervoor, stelde hij.
‘Grove schending kernwaarde integriteit’
Dat heeft de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden er op 2 november 2020 niet van weerhouden een dekenbezwaar tegen hem grotendeels gegrond te verklaren, zo blijkt uit de 18 januari gepubliceerde uitspraak. Volgens de raad staat vast dat “verweerder wel degelijk actief betrokken geweest bij de verkoop van het pand; verweerder heeft V. uitgenodigd om een bod te doen, hij heeft een voorstel voor de hoogte van dit bod gedaan en tot slot een tekstvoorbeeld voor een dergelijk bod meegestuurd.”
Ook staat voor de raad vast hoe Vermeer valse declaraties heeft opgemaakt met hierop de rekeningnummers van zijn eigen vennootschappen. “Een grove schending van de kernwaarde (financiële) integriteit,” aldus de tuchtrechter. “Dat het, zoals verweerder heeft aangevoerd, uitsluitend zijn relatie als advocaat met zijn kantoor betreft, laat onverlet dat de kernwaarde is geschonden waardoor ook het vertrouwen in hem als advocaat is aangetast.”
De Raad van Discipline legt schrapping van het tableau op. “Voor een advocaat die op een dergelijke manier kernwaarden met voeten treedt, is geen plaats in de advocatuur,” zo staat in de uitspraak. Dat Vermeer inmiddels al vier jaar niet meer ingeschreven staat op het tableau, maakt voor de beslissing niet uit: “Het is immers vaste rechtspraak dat, ook als een advocaat als zodanig heeft gedefungeerd, een klacht tuchtrechtelijk kan worden behandeld en een maatregel kan worden opgelegd indien de verweten gedragingen dateren uit de periode waarin hij nog werkzaam was als advocaat.”
OMVR (momenteel veertien advocaten) stelde in 2016 via een openhartig bericht op de eigen website dat alle collega’s enorm waren geschrokken van de ontmaskering van Vermeer, die met naam en toenaam werd genoemd. Onderstreept werd hoe hij sinds 2011 niet meer betrokken was bij faillissementen. Dit bericht is inmiddels niet meer op de website te vinden. Er is geen beroep aangetekend tegen het schrappingsbesluit, dat inmiddels is gepubliceerd door de Orde van Advocaten.