Een vrouw die onterecht als verdachte op televisie in beeld kwam, zoekt hiervoor juridische bijstand. Haar advocaat reageert echter sporadisch, onderneemt geen actie en laat haar – aldus de tuchtrechter – aan haar lot over. De tuchtrechter legt hem een voorwaardelijke schorsing van vier weken op.
In 2020 kwam een vrouw in beeld als verdachte van Whatsapp-fraude in een opsporingsprogramma van RTV Oost. De uitzending werd ieder uur herhaald, en werd ook op sociale media gedeeld. Wat bleek? Bij de bank waar de beelden gemaakt waren, was een technische storing waardoor de tijden van de camera niet gelijkliepen met die van de pinautomaat. De vrouw was hierdoor onterecht als verdachte in beeld gebracht en had niets met de zaak te maken.
Ze zocht hiervoor juridische bijstand, en hoopte een klacht tegen de bank in te dienen. Ze heeft in november 2020 een intakegesprek bij een advocaat, en stuurt hem ook de excuses die ze inmiddels van de politie, justitie en RTV Oost ontvangen had. De advocaat reageert echter nauwelijks op haar, en stuurt haar enkel een brief met daarin het verzoek om contact met hem op te nemen. Dat lijkt echter onmogelijk voor de vrouw, ondanks meerdere pogingen.
De advocaat geeft meerdere keren aan dat hij actie gaat ondernemen, maar lijkt deze toezeggingen niet na te komen. Zo neemt hij geen contact op met de bank terwijl hij dit wel beloofd had, geeft hij zijn cliënt geen updates en neemt hij zijn telefoon niet op.
Smeekbedes
Op 17 januari 2022 stuurt zij uiteindelijk het volgende aan haar advocaat: ‘Afgelopen weken, maanden heb ik uw proberen te bellen maar krijg u niet te spreken. Ook geen enkele wederbericht. U begrijpt dat ik dit heel vervelend vind.’ Ook geeft ze aan dat ze het wachten zat is. Ze heeft op de moment al zo’n veertien maanden contact met de advocaat, zonder dat er iets in haar zaak gebeurd is. ‘U vraagt mij om geduld te hebben maar hoeveel geduld kan ik nog verdragen. U zegt dat u het aan het onderzoeken bent maar tot op heden geen enkele info ontvangen. Ik weet niet of uw de SNS bank al hebt aangeklaagd. Nogmaals hou mij aub op de hoogte.’
Wanneer hij ook op deze smeekbedes niet reageert, stuurt de vrouw hem nog een laatste oproep met de vraag om te reageren en het bericht dat ze zich aan het lijntje gehouden voelt. Uiteindelijk reageert de advocaat ook hier niet op, en stapt de vrouw naar de tuchtrechter.
Stressvolle situatie
De tuchtraad is kort van stof in zijn oordeel. Volgens de raad heeft de advocaat niet voldaan aan zijn informatie- en communicatieplicht, en zijn de klachten van de vrouw gegrond. De advocaat heeft – aldus de tuchtrechter – ‘onvoldoende oog voor de belangen van klaagster gehad, en haar ook niet op deskundige en voortvarende wijze bijgestaan’. Bovendien wordt de stressvolle situatie waarin de vrouw zich bevond meegenomen in het oordeel; door niet op haar te reageren heeft hij haar ‘aan haar lot overgelaten’. Op de sporadische momenten dat hij wel op haar berichten reageerde, stelde hij veelal vragen waar hij het antwoord al op wist. Volgens de tuchtrechter wijst dat op tijdrekken.
De advocaat heeft in een paar jaar al meerdere tuchtrechtelijke maatregelen – een waarschuwing en twee berispingen – verzameld. Het wordt hem aangerekend dat hij voorafgaand aan of tijdens de tuchtzitting geen uitleg heeft gegeven of zijn excuses aan de vrouw heeft aangeboden. De raad legt hem daarom een schorsing van vier weken op.
Lees hier de volledige uitspraak