Terwijl de raden van discipline in 2020 veertien advocaten van het tableau schrapten, willen de voorzitters van de Raden en het Hof van Discipline makkelijker ‘veelklagers’ over advocaten de deur kunnen wijzen. Dat blijkt uit het vrijdag gepubliceerde Jaarverslag tuchtrechtspraak advocatuur 2020.
De vier raden van discipline (Amsterdam, Arnhem-Leeuwarden, ’s-Gravenhage, ’s-Hertogenbosch) legden in 2020 veertien schrappingsmaatregelen op aan evenveel advocaten. In 2019 schrapten de raden elf advocaten – in dertien beslissingen – van het tableau. Een deel van de veertien beslissingen was eind 2020 nog niet onherroepelijk; van acht advocaten werd de schrapping van het tableau in 2020 definitief. Omdat deze cijfers jaarlijks nogal fluctueren, is het volgens het jaarverslag niet mogelijk hier bepaalde trends over bijvoorbeeld de kwaliteit van (het toezicht op) de advocatuur te destilleren.
Het aantal door de raden gegrond verklaarde klachten kwam – net als in vorige jaren – uit op ongeveer een derde. Deze klachten gaan het meest over slechte prestaties of zwakke communicatie met de cliënt. In totaal werd 1,45% van de bijna 18.000 Nederlandse advocaten vorig jaar tuchtrechtelijk op de vingers getikt (1,65% in 2019).
De instroom van het aantal nieuwe klachtzaken bij de raden steeg flink, met 17% naar 993 nieuwe zaken (846 in 2019). De doorlooptijden bij alle raden liepen gemiddeld op tot iets langer dan zeven maanden, onder meer als gevolg van de tijdelijke sluiting van de gerechtsgebouwen door de coronapandemie. Bij het Hof van Discipline daalde de instroom juist naar 326 zaken, terwijl er rekening was gehouden met zo’n 360 zaken.
Intussen krijgen de tuchtraden steeds meer te maken met veelklagers, die bijvoorbeeld al met de geringste klacht over een advocaat naar de tuchtrechter stappen. Alleen al het Hof van Discipline liet gedurende 2020 aan 21 van deze veelklagers weten dat hun berichten voortaan zouden worden genegeerd. Van de tuchtraden is zo’n cijfer niet bekend gemaakt.
In dit kader merken voorzitters Quirine Falger (raden) en Tjeerd Zuidema (hof) in het voorwoord van het jaarverslag op dat ‘de mogelijkheden om op te treden tegen misbruik van het klachtrecht gebrekkig zijn’. Volgens hen hebben de tuchtcolleges afgelopen jaar een flinke toename gezien in het aantal bagatelzaken (met een zeer klein vergrijp of belang), lichtvaardig ingediende wrakingsverzoeken, kansloze herzieningsverzoeken en klachten tegen de leden van de tuchtcolleges.
“Dit leidt tot een grote belasting voor de capaciteit van de tuchtcolleges en de dekens en ook tot ergernis en frustratie bij verwerende advocaten,” aldus Falger en Zuidema. “Dergelijke verzoeken en klachten leveren geen bijdrage aan de bewaking en bevordering van de kwaliteit van de beroepsuitoefening.”
Het hof en de raden van discipline juichen het dan ook toe dat het kabinet momenteel onderzoekt hoe er paal en perk kan worden gesteld aan deze ontwikkeling, bijvoorbeeld met behulp van ruimere mogelijkheden om klacht- en wrakingszaken niet te hoeven behandelen.
Verder besteden de voorzitters bijzondere aandacht voor een tuchtzaak waarin een twaalf weken geschorste advocaat zich onder meer verweerde met het ‘excuus’ dat hij de betreffende zaak op toevoegingsbasis had gedaan. Uiteraard blijven de eisen aan de dienstverlening van een advocaat ook in zo’n geval even hoog, onderstreepte het Hof van Discipline.
Falger en Zuidema haken hier op in met een pleidooi voor hogere vergoedingen voor sociaal advocaten: “De tuchtcolleges tekenen hierbij aan dat voor deze vanzelfsprekendheid het wel nodig is dat de overheid een stelsel van gefinancierde rechtsbijstand inricht waarbij advocaten die rechtsbijstand op toevoegingsbasis verlenen adequaat worden beloond.”
Het Jaarverslag tuchtrechtspraak 2020 is hier te downloaden.