De 27-jarige advocaat uit Breda die eind maart werd aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij grootschalige cocaïnehandel en witwassen, is voor onbepaalde tijd geschorst. De Raad van Discipline in Den Bosch bepaalde op 14 april dat Mustapha M. voorlopig niet als advocaat mag werken.
Strafrechtadvocaat – en formeel nog stagiair-ondernemer – Mustapha M. werd eind maart opgepakt, evenals zijn broer en nog twee andere verdachten. Sindsdien zit hij in voorarrest. Deken Van der Dussen (arrondissement Zeeland-West-Brabant) diende hierop een verzoek in op grond van artikel 60ab Advocatenwet om de advocaat per direct en voor onbepaalde tijd te schorsen.
Een eerdere poging van de deken om M. voor onbepaalde tijd te laten schorsen, en wel vanwege het strafrechtelijk onderzoek dat een jaar geleden al liep, strandde in april 2021 nog bij de Bossche Raad van Discipline. Er was een huiszoeking gedaan en er waren telefoons, horloges en duizenden euro’s in beslag genomen, maar toen vond de tuchtrechter enkel de verdenkingen richting de advocaat nog niet voldoende voor een spoedschorsing.
Dat ligt nu heel anders, aangezien M. is aangehouden en in hechtenis zit. Bovendien heeft de politie al meerdere gesprekken gevoerd met drie versleutelde smartphones geanalyseerd; gesprekken met medeverdachten en andere personen die duidelijk gaan over drugshandel werden getapt.
Codewoorden
Voor de Raad van Discipline is er deze keer dan ook wel genoeg reden om de advocaat voor onbepaalde tijd te schorsen. Over het getapte telefoonverkeer verduidelijkt de raad: “Er worden codewoorden doorgegeven, foto’s en logo’s op blokken drugs doorgestuurd en adressen aan chauffeurs doorgegeven. De ontmoetingen en afspraken die in chats met het toestel van verweerder worden gemaakt, worden ook bewezen door opgenomen gesprekken in de shisha-lounge, doordat het baken onder de auto van verweerder aangeeft dat hij daadwerkelijk ter plekke verschijnt en door observaties van de recherche.’
In andere woorden van de tuchtrechter: de schorsing wordt nu wel opgelegd, omdat ‘voldoende blijkt dat verweerder onbetamelijk gedrag heeft vertoond’.