De raad van discipline Arnhem-Leeuwarden heeft vorige week niet één, maar twee advocaten geschrapt van het tableau. Aan beide zaken ligt dezelfde problematiek ten grondslag: de advocaten lieten hun cliënt ‘in de steek’ en ‘volledig in de kou staan’. En niet voor de eerste keer.
In de eerste zaak heeft de advocaat toegegeven dat hij namens zijn cliënt tot tweemaal toe geen procedure voor verlaging van kinderalimentatie heeft gestart. Dit terwijl laatstgenoemde hier meermaals om heeft gevraagd. Zijn financiële stand van zaken (vader van twee) was namelijk nijpend: hij had ‘minder draagkracht omdat hij in de ziektewet was terechtgekomen’.
Niet helder en duidelijk
De advocaat werd in 2019 ingeschakeld, maar in 2022 – na meermaals vragen – was er nog steeds geen procedure gestart. Ondanks de noodsituatie. Bovendien reageerde de advocaat vaak niet, informeerde hij zijn cliënt onjuist en legde hij afspraken schriftelijk niet vast – net zoals in het tuchtrecht-artikel van vorige week. Volgens de tuchtrechter had hij hierover ‘helder en duidelijk’ met de cliënt moeten communiceren.
Het wordt nog een pak vervelender voor de cliënt. Als zijn ex-partner in 2019 een ‘procedure tot gezagswijziging’ start, komt zijn advocaat niet opdagen als de zaak voorkomt. De raadsman had wel om uitstel gevraagd, maar ‘een klemmende reden’ ontbrak en vond daarom gewoon plaats. Volgens hem zou zijn cliënt telefonisch hebben ingestemd met het overdragen van het ouderlijk zeggenschap, maar deze ontkent dat zelf. De ex krijgt uiteindelijk het gezag over de kinderen toegewezen, en de cliënt heeft daarna geen contact meer met zijn zoon.
Enige passende maatregel
Als klap op de vuurpijl werkt de advocaat ook niet mee als de cliënt in 2022 zijn dossier wil overdragen aan een andere pleiter. Pas na diverse aanmaningen en bemiddeling komt de advocaat over de brug. Daarbij levert hij een onvolledig dossier aan, waarin enkel een beschikking was opgenomen.
De raad van discipline verwijt de advocaat dit alles ‘ernstig’ en vindt dat hij onvoldoende inzicht toont in zijn eigen handelen. Daarnaast heeft de raadsman een ‘omvangrijk tuchtrechtelijk verleden’. In de afgelopen zeven jaar zijn aan hem twee waarschuwingen, twee berispingen en twee voorwaardelijke schorsingen opgelegd. Ook is hij in maart dit jaar al geschrapt – waartegen nog een hoger beroep loopt -, en hoewel hij zich daarna heeft uitgeschreven, vindt de tuchtrechter een schrapping de enige passende maatregel.
Jarenlange herhaalde verzoeken
Ook in de tweede zaak heeft de advocaat meer op zijn kerfstok: hij kreeg de afgelopen jaren onder meer een waarschuwing, twee berispingen en werd begin oktober voor onbepaalde tijd geschorst. Nu komt hem een schrapping toe na een ingediende klacht eind 2022, om dezelfde redenen als voorheen. Weer informeert de advocaat vijf jaar lang zijn cliënt niet goed over de status van zijn zaak. Na ‘jarenlange herhaalde verzoeken’, later ook van de bewindvoerder van de cliënt, reageert de raadsman inhoudelijk niet en komt niet in actie.
Het betreft ditmaal een procedure waarin de cliënt bijstand wilde om zijn naam te zuiveren en een schadevergoeding te vorderen. Hij is jaren geleden opgelicht en de dader is destijds opgepakt en vastgezet. Desalniettemin wordt de cliënt van de advocaat in Duitsland nog altijd als fraudeur gezien, vandaar het inschakelen van een advocaat. De cliënt weet echter niet of ooit een procedure voor hem is gestart. Ook is hem ‘volledig onbekend’ of de raadsman überhaupt werkzaamheden heeft verricht sinds 2018.
Medische behandeling
Waar de advocaat in zaak één zich nog verdedigde voor de tuchtrechter, voert deze raadsman helemaal geen verweer. Wel blijkt dat hij begin dit jaar schriftelijk heeft aangegeven aan zowel zijn cliënt, diens bewindvoerder als de deken dat een medische behandeling hem parten speelde. Hiervan was echter pas sprake midden februari 2023, en de deken – hoewel die hem ‘een voorspoedig herstel’ toewenst – vindt dat hij ‘ruim voor het ongeluk’ had kunnen reageren. Ook daarop reageert de advocaat niet.
De klachtbehandeling wordt kortom zonder weerwoord voortgezet. De raad stelt in deze zaak dat het, na eerdere serieuze waarschuwingen, ‘geen enkele verbetering in het handelen van verweerder’ ziet. ‘Verweerder lijkt zich af te sluiten van de werkelijkheid’, aldus de tuchtrechter. De raad concludeert dat het niet verantwoord is om de advocaat zijn praktijk te laten voortzetten: ook hij wordt geschrapt. Beide advocaten kunnen nog wel in beroep tegen hun schrapping.
Klik hier voor de uitspraak in zaak één en hier voor zaak twee.