
Een advocaat staat een van zijn beste vrienden bij wanneer deze zijn relatie verbreekt en er een geschil ontstaat over de verkoop van het gezamenlijke huis. Een huis waarin ook de advocaat regelmatig op bezoek is geweest en zelfs heeft gelogeerd. De ex is niet blij met deze vermenging van vriendschap en zaken.
Op 4 april 2024 stuurt de advocaat een mail naar de advocaat van de ex-partner. Hij laat daarin weten dat hij zijn vriend zal bijstaan in de kwestie rondom de verkoop en levering van de gezamenlijke woning. Saillant detail, de nacht van 3 op 4 april logeerde hij nog bij zijn vriend en diens ex-partner.
In een reactie laat de advocaat van de ex-partner weten dat haar cliënte dit bepaald onprettig vindt. ‘Zij vraagt zich dan ook in gemoede af of u thans wel enkel de belangen van uw cliënt kunt en mag behartigen, gelet op het feit dat u tot voor kort een vriendschappelijke relatie met haar onderhield. Graag op dit punt nog een nadere toelichting. Het komt haar voor dat het in de rede ligt dat u, nu zij dit als uiterst ongemakkelijk ervaart, niet langer voor uw cliënt optreedt.’
De advocaat ervaart geen enkel ongemak, en vindt dat de gevoelens van de ex van zijn vriend weinig gewicht in de schaal leggen. ‘Een al dan niet ongemakkelijk gevoel aan de kant van uw cliënte is niet doorslaggevend, evenmin als het enkele gegeven dat ik uw cliënte in de afgelopen jaren heb gezien en gesproken‘. Volgens de advocaat staat er in de gedragsregels voor de advocatuur niets dat hem ervan weerhoudt om zijn goede vriend bij te staan.
Welles nietes
Het komt tot een klacht bij de Raad voor Discipline. Kort samengevat komt het erop neer dat de advocaat in strijd handelt met regel 2 van de Gedragsregels voor de advocatuur. Volgens de klaagster was de advocaat niet alleen met haar ex bevriend, maar tot voor kort ook met haar. Hij kwam regelmatig over de vloer en bleef ook logeren.
Nietes zegt de advocaat; hij was niet met klaagster bevriend, maar met haar ex. En dat al bijna zijn hele leven. Hij ontkent dat hij ooit met klaagster heeft gesproken over de woonsituatie van haar en haar ex-partner. De zaak heeft hij met ‘voldoende afstand, onbevooroordeeld en onbevangen’ behandeld.
Oordeel van de Raad
De Raad is van oordeel dat er sprake is van onvoldoende professionele distantie ten aanzien van zijn cliënt en goede vriend van verweerder, diens ex en hun onderlinge geschil over de verkoop van de woning. Het staat voor de Raad voldoende vast er regelmatig persoonlijk contact was tussen de klaagster en de advocaat.
Ook na de signalen van de advocaat van de klaagster, heeft hij zich niet gerealiseerd dat zijn onafhankelijkheid in het geding kwam door zijn persoonlijke betrokkenheid bij de partijen. Dat is volgens de Raad tuchtrechtelijk verwijtbaar en het komt hem dan ook op een waarschuwing te staan.
Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden, 10 maart 2025 | ECLI:NL:TADRARL:2025:67