De advocaat van een voormalig zorgdirecteur bij de failliete stichting Vivence is 24 weken geschorst vanwege zijn rol bij de verduistering van bijna twee miljoen euro door deze bestuurder. Volgens de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden heeft de advocaat de fraude gefaciliteerd.
In 2017 stonden er zes verdachten terecht voor de verduistering van gelden van Vivence uit Arnhem. Deze zorgstichting voor de begeleiding en verzorging van personen met een verstandelijke beperking was eind 2016 failliet gegaan. Hoofdverdachte in de strafzaak was stichtingsbestuurder Darryl N., die zich door de jaren heen 1,9 miljoen euro had toegeëigend. Hij werd eind 2017 veroordeeld tot vier jaar cel voor verduistering en witwassen.
Al ver voor het faillissement van Vivence kreeg de Belastingdienst in de gaten dat de belastingaangiften van voormalig directeur Darryl N. niet klopten. Zijn advocaat deed kort na de aankondiging van een boekenonderzoek bij Vivence een inkeerverzoek om de nog verschuldigde inkomstenbelasting recht te zetten.
Uit nader (strafrechtelijk) onderzoek kwam naar voren hoe N. jarenlang forse geldbedragen van de stichting had verduisterd, met behulp van vervalste facturen, leningsovereenkomsten en jaarrekeningen. Zo werd een onttrekking van ruim 300.000 euro in de administratie genoteerd als ‘een persoonlijke lening’ door de stichting aan N.
Advocaat stond fraude oogluikend toe
Zijn advocaat afkomstig uit het ressort Arnhem-Nijmegen faciliteerde deze fraude, oordeelt de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden in een uitspraak van 6 september, na klachten van de curator en de stichting dat deze advocaat de fraude ‘oogluikend toestond’. Zo stuurde de advocaat met het inkeerverzoek een managementovereenkomst mee aan de Belastingdienst, waarin betalingen aan de bestuurder waren vastgelegd. Er bleek in deze overeenkomst echter te zijn gesjoemeld met de datering, en het vermelde uurtarief was veel te laag. ‘Het kan niet anders dan dat verweerder die onjuistheden heeft gezien, dan wel had behoren te zien,’ aldus de tuchtraad.
Ook had de advocaat zijn cliënt duidelijk moeten maken dat het afsluiten van de zogenaamde persoonlijke lening van drie ton in strijd was met de belangen van zijn andere cliënt; hij stond tevens de zorgstichting bij. Bovendien had hij de stichting moeten informeren over de risico’s die kleven aan een dergelijke lening. Tot slot bleek dat de advocaat de accountant van Vivence niet had ingelicht over het inkeerverzoek bij de fiscus, wat hij wel had moeten doen.
Belangenverstrengeling
Hier komt nog bij dat de bestuurder en de stichting gaandeweg tegengestelde belangen kregen. Optreden voor beide partijen is daarmee een duidelijk geval van belangenverstrengeling, concludeert de Raad van Discipline. ‘Verweerder had immers kunnen en moeten weten dat door de discrepantie tussen de opgevoerde bedragen in het inkeerverzoek en die in de jaarrekeningen van [stichting], [N.] aanzienlijk meer zou ontvangen dan uit de officiële jaarstukken bleek. Dat was in strijd met de belangen van [stichting]. Verweerder had [N.] daarom niet mogen bijstaan in zijn inkeerverzoek bij de Belastingdienst.’
Dat de advocaat zelfs tijdens zijn klachtzaak ‘het foute van zijn handelen’ niet heeft ingezien, werkt verzwarend: de raad legt een schorsing van 24 weken op. Dat de advocaat niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, werkt dan weer iets in zijn voordeel; de helft van de schorsing is voorwaardelijk.