De Raad van Discipline Amsterdam heeft dinsdag advocaat Nico Meijering een waarschuwing opgelegd in de tuchtzaak die de Amsterdamse deken Evert-Jan Henrichs tegen hem had aangespannen, wegens zijn uitlatingen over de ‘Holleeder tape’ in de talkshow Jinek. Een deken kan een advocaat echter geen spreekverbod opleggen, stelt de tuchtrechter.
De conclusie van de raad dat de deken een advocaat geen spreekverbod kan opleggen, brengt met zich mee dat Henrichs niet van Meijering had mogen verlangen dat die geen commentaar zou geven op een volgens hem diffamerende uitzending van RTL Boulevard over de ‘Holleeder tape’. Wel is het tuchtrechtelijk verwijtbaar dat Meijering in de talkshow Jinek uitspraken deed over een gesprek dat hij en Bénédicte Ficq met de deken over de Holleeder tape en advocaat Stijn Franken hadden gehad.
Op de betreffende tape wordt Meijerings kantoorgenoot Ficq – ooit advocaat van Dino Soerel – beschuldigd van bedreiging via Holleeders toenmalige advocaat Franken. Op de dag van de uitzending van RTL Boulevard, waarin fragmenten van de opname waren te horen, publiceerde Meijerings kantoor Ficq & Partners via Twitter een verklaring van Soerel over de opname. Na die uitzending schoof Meijering als gast aan bij Jinek om nader commentaar te geven, ook al had de deken van tevoren gezegd dat hij dit niet mocht doen.
Dit stond Meijering echter geheel vrij, oordeelt de Amsterdamse Raad van Discipline: de vrijheid van meningsuiting geldt immers ook voor advocaten en brengt met zich mee dat een advocaat geen spreekverbod vooraf kan worden opgelegd. Dit zou anders kunnen zijn in een noodsituatie, maar daarvan was volgens de raad op dat moment geen sprake.
‘De vrijheid van spreken van een advocaat berust niet alleen op een voor een ieder geldend grondrecht, maar ook op een oude traditie van onafhankelijkheid van advocaten en een daaraan gekoppelde vrijheid van advocaten om voor de belangen van de cliënt op te komen,’ aldus de raad. ‘Dat geldt temeer in zaken die intussen onderdeel van een publiek debat zijn geworden.’
Daarbij dient volgens de raad het tuchtrecht ‘niet ter beknotting van die vrijheid’. ‘De raad heeft er begrip voor dat de deken wil voorkomen dat advocaten over en weer beschuldigingen uiten in de media, hetgeen het aanzien van de beroepsgroep niet ten goede komt. [Maar in dit geval] schiet het middel dat de deken heeft gebruikt – een algeheel en onvoorwaardelijk verbod op voorhand voor het geven van reacties of commentaar op en rond de uitzending van RTL Boulevard – zijn doel voorbij.’
De specifieke uitspraken die Meijering bij Jinek deed over het gesprek met de deken zijn echter wel tuchtrechtelijk verwijtbaar. ‘Meijering had zich moeten realiseren dat wat hij van de deken over Franken had gehoord vertrouwelijk was,’ stelt de raad. ‘De uitspraken van Meijering, die erop neerkomen dat de verklaring van Franken Ficq zeker zal vrijpleiten, zijn bovendien onjuist.’
Ficq & Partners zegt in een korte schriftelijke reactie ‘met tevredenheid kennis te hebben genomen van de uitspraak’, maar wel op een punt in hoger beroep te gaan. ‘Met name het feit dat een advocaat geen ‘spreekverbod’ kan worden opgelegd stemt tot grote tevredenheid, nu niet langer twijfel hoeft te bestaan over onze vrijheid om belangen van onze cliënten te behartigen. Desondanks zal beroep worden aangetekend inzake het enig resterende punt ter zake het televisieprogramma Jinek. Dit deel van de beslissing achten wij vanwege diverse redenen minder begrijpelijk.’