Jan Boogaard is alweer de tweede advocaat van Twentse ondernemer Gerard Sanderink die een voorwaardelijke schorsing krijgt vanwege zijn rol in de procedure tegen Sanderinks ex Brigitte van Egten. Het gaat in dit geval om een schorsing van twee maanden, zo luidt de beslissing van de Bossche Raad van Discipline van afgelopen maandag.
Van Egten verwijt Boogaard onder meer dat hij bij het behartigen van de belangen van Sanderink privégegevens gebruikte die afkomstig waren van haar e-mailaccount. Deze klacht acht de Raad gegrond. Volgens de raad had Boogaard uit een eerder vonnis uit 2019 ‘kunnen en moeten begrijpen dat hij de in andere – lopende – procedures reeds overgelegde producties met privégegevens van klaagster diende in te trekken.’
Ook wordt Boogaard het schaden van het vertrouwen in de beroepsgroep verweten; een klacht die eveneens gegrond wordt verklaard door de raad. Dit besluit onderbouwt de raad door te verwijzen naar alle andere gegrond verklaarde klachten, waaronder het gebruik van privé-berichten en -gegevens. bovendien is de raad van mening dat Boogaard heeft verzuimd de leiding te nemen in het proces en zich te veel heeft laten leiden door de wensen van zijn cliënten. Hiermee onttrekt hij zich aan zijn eigen verantwoordelijkheid als dominus litis.
Laster en smaad
Overige klachten werden ongegrond verklaard. Zo werd Boogaard laster en smaad verweten op basis van een aangifte van Sanderink. Dit kon hem echter niet verweten worden volgens de raad, aangezien een advocaat de aangifte van zijn cliënt als waar mag aannemen. Ook de e-mailberichten die volgens Van Egten lasterlijk en smadelijk geïnterpreteerd konden worden, bevatten volgens de raad objectief geen lasterlijke of smadelijke informatie.
De klacht omtrent het in het geding brengen van informatie terwijl Boogaard wist, of had kunnen weten, dat deze informatie niet juist was, werd door de raad ook ongegrond verklaard. ‘In casu heeft verweerder weliswaar als productie cijfers in het geding gebracht waarvan niet vast staat dat die juist zijn, maar daarvan heeft verweerder ook expliciet mededeling gedaan door middel van het zogenoemde inlegvel. (…) In de omstandigheden van het geval heeft verweerder daarmee naar het oordeel van de raad juist, althans niet klachtwaardig, gehandeld.’
Desalniettemin is de conclusie van de Raad duidelijk: ‘Verweerder heeft zich te veel laten leiden door de wensen van zijn cliënt en daardoor heeft hij zelfs in strijd gehandeld met rechterlijke uitspraken. Gelet op de ernst, omvang en aantal van de verweten gedragingen acht de raad de maatregel van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee maanden passend en geboden.’
Paul Tjiam, advocaat van Van Egten, reageert: “Dit is de tweede advocaat van Sanderink die door de Raad wordt gestraft omdat hij zijn oren heeft laten hangen naar zijn broodheer. Het is hopelijk een signaal voor alle advocaten die klakkeloos de wensen van hun cliënt opvolgen. Je moet als goede advocaat een rechte rug hebben.”
Juridisch gevecht
Sanderink is al jaren verwikkeld in een juridisch gevecht met zijn ex-vriendin. Zij zou volgens de zakenman onder andere fraude hebben gepleegd bij Dutch Solar Systems (DSS) – een van Sanderinks bedrijven, waar Van Egten directeur was – en begin 2019 verantwoordelijk zijn geweest voor een FIOD-inval bij Strukton (een ander bedrijf van Sanderink).
In 2021 werd Sanderink door het gerechtshof gedwongen om zijn beschuldigingen te staken op straffe van dwangsommen. Sindsdien werd hij al meerdere keren op de vingers getikt door de rechter. Ook werd het hem verboden om nog langer in de e-mailaccounts en privédocumenten van Van Egten te zoeken. Wat wél nog mogelijk was, was een onafhankelijk fraudeonderzoek. Hier werd onder andere Aldo Verbruggen voor ingeschakeld.
Verbruggen gebruikte tijdens het onderzoek privégegevens van Van Egten, terwijl dit eerder nadrukkelijk was verboden door de rechter. Bovendien was Verbruggen volgens de raad niet louter onafhankelijk onderzoeker; ten tijde van het onafhankelijk onderzoek behartigde hij ook de belangen van Sanderink. De advocaat had ’ten onrechte onduidelijkheid laten voortbestaan over zijn hoedanigheid en rol in het fraudeonderzoek, en zich hierdoor naar Van Egten en anderen misleidend opgesteld’. Het werd Verbruggen door de raad ernstig aangerekend. Hij werd voorwaardelijk geschorst voor een periode van vier maanden.