Naar nu blijkt heeft de Kamer voor het Notariaat Arnhem-Leeuwarden vorige maand in een week zelfs twee notarissen uit het ambt ontzet. Een tweede ontzette notaris was er financieel – zakelijk én privé – zo slecht aan toe dat hij niet verder mag werken. Dit ondanks een ‘schrijnende situatie.’
Ontzettingen uit het notariële ambt zijn tamelijk zeldzaam; ze komen slechts enkele keren per jaar voor. Des te opvallender is het dat de Kamer voor het Notariaat Arnhem-Leeuwarden in de derde week van februari twee notarissen uit het ambt heeft gezet, in weliswaar twee zeer verschillende zaken. De eerste was notaris Prinsze uit Almere, wegens het valselijk opmaken van een brief en eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen. De klachten hierover waren ingediend door het Openbaar Ministerie.
In de tweede tuchtzaak, waarvan de uitspraak dinsdag is gepubliceerd, had het Bureau Financieel Toezicht (BFT) in zijn rol van toezichthouder aan de bel getrokken over de beroerde financiële situatie bij een notaris, zowel op kantoor als in privé. Op het kantoor was gedurende 2019 enkele momenten sprake van een negatieve bewaringspositie. Daarnaast constateerde het BFT onzorgvuldigheden in de afwikkeling van enkele complexe nalatenschappen en achterstanden in de royering van hypotheekinschrijvingen.
Aan nette urenadministraties in deze dossiers deed de notaris niet: op zijn kantoor ‘bestaat geen traditie van tijdschrijven’, gaf hij aan. De financiële moeilijkheden waren ontstaan na het ziekbed en overlijden van een medewerker; sindsdien stond de notaris er alleen voor. Begeleiding door een bewindvoerder kon het financiële tij niet keren.
Hoe schrijnend deze situatie ook is, ‘het betreurenswaardige overlijden van de medewerker mag niet ten koste gaan van de cliënten en de dienstverlening van het kantoor,’ oordeelt de Kamer voor het Notariaat. Ontzetting uit het ambt is ‘onontkoombaar geworden’ voor deze notaris. ‘De wet- en regelgever stelt op financieel gebied hoge eisen aan een notaris,’ aldus de beslissing. ‘De norm is dat bij een notaris sprake moet zijn van positieve financiële posities. Ook de maatschappij vertrouwt erop en moet erop kunnen vertrouwen dat een notaris voldoende financieel weerbaar is.’
En dat is deze notaris kortom al langere tijd niet, aldus de kamer. ‘De financiële situatie bij de notaris is op dit moment zeer ernstig en een faillissement kan niet worden uitgesloten. […] De notaris veronachtzaamt zijn kerntaken als notaris en dat raakt de fundamenten van het rechtsverkeer. De kamer acht het niet aanvaardbaar om de risico’s die de slechte financiële positie van de notaris meebrengt, te laten voortbestaan.’