Een kandidaat-notaris kan naast zijn werk ook fiscaal jurist zijn bij een ander kantoor. Dat heeft de Kamer van Toezicht in Assen bepaald in een zaak waarin de KNB betwijfelt of deze combinatie van dienstbetrekkingen wel toelaatbaar is. Zolang de notaris de werkzaamheden strikt gescheiden houdt, is er volgens de Kamer niets aan de hand.
De kandidaat-notaris werkte sinds het voorjaar van 2010 voor 32 uur per week als fiscaal jurist bij een accountants- en belastingkantoor. In juni 2011 schroefde ze dat terug naar 20 uur. Daarnaast ging ze 20 uur per week als kandidaat-notaris werken bij een notariskantoor.
Voor het bestuur van de KNB was dat reden tot zorg. De organisatie stelt zich op het op het standpunt dat het een kandidaat-notaris op grond van de wet niet is toegestaan om tevens als fiscaal jurist bij een accountantskantoor in loondienst te zijn. De KNB verzocht de Kamer van Toezicht om een uitspraak.
Die leest echter niet met zoveel woorden in de wet dat de betreffende combinatie verboden is. Een nevenbetrekking van een (kandidaat-)notaris kan ongewenst worden verklaard “indien daardoor zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid wordt of kan worden beïnvloed, dan wel de eer of het aanzien van het ambt wordt of kan worden geschaad,” aldus artikel 11 lid 2 Wna. De enkele omstandigheid dat een notaris ook in dienst is bij een accountants- en belastingkantoor betekent niet zonder meer dat sprake is van samenwerking of partijdigheid en afhankelijkheid.
De motivering: “Indien de kandidaat-notaris de door haar in beide dienstbetrekkingen verrichte werkzaamheden strikt gescheiden houdt én (derhalve) er voor zorg draagt dat zij als kandidaat-notaris op geen enkele wijze betrokken zal zijn bij zaken en cliënten waarmee zij in haar dienstbetrekking van fiscaal jurist betrokken is (geweest), zoals door de kandidaat-notaris tijdens de zitting is gemeld, kan de Kamer van Toezicht niet inzien dat sprake kan zijn van (schijn van) belangenverstrengeling c.q. dat er onduidelijkheid kan ontstaan over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de kandidaat-notaris.”
De Kamer overweegt tot slot dat het algehele functioneren van de kandidaat-notaris onderworpen is aan het tuchtrecht van het notariaat, dus ook haar werkzaamheden als fiscaal jurist.