Een notaris uit het ressort Den Haag is onlangs vier weken geschorst wegens medewerking aan acht dubieuze aandelenoverdrachten. Hij had in de door het BFT voorgelegde dossiers verscherpt cliëntenonderzoek moeten doen, aldus de Haagse Kamer voor het Notariaat in een afgelopen week gepubliceerde beslissing.
Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) stelde eind november 2016 een onderzoek in naar de notaris, na signalen dat enkele cliënten van de ondernemingspraktijk betrokken zouden zijn bij stelselmatige fraude. De toezichthouder bekeek in hoeverre de notaris zijn zorg-, informatie- en weigeringsplicht nakwam en de ongebruikelijke transacties meldde in het kader van de Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financiering terrorisme).
De notaris bleek bij acht aandelenoverdrachten geen verscherpt cliëntenonderzoek te hebben gedaan, terwijl dit met de gegeven omstandigheden wel had gemoeten, aldus de Kamer voor het Notariaat ’s-Gravenhage in een uitspraak van 22 mei. Dezelfde spoedeisende tussenpersoon dook steeds op en met de feitelijke cliënten sprak de notaris niet. De koopsommen waren vaak zeer laag – tot slechts 1 euro voor een pakket aandelen – en werden door zijn cliënten niet onderbouwd. Enkele buitenlandse kopers annex katvangers bleken bovendien geen Nederlands te spreken.
De notaris, die zich naar eigen zeggen ‘aan de schandpaal genageld voelt’ en inmiddels is gedefungeerd als gevolg van het BFT-onderzoek, wrong zich voor de Kamer in het Notariaat in diverse bochten om zich te verweren. De Wwft noemde hij ‘bizarre wetgeving’ vanwege de vele open normen, die bovendien niet van toepassing was op de aktes die hij passeerde. Verder is het volgens hem niet zijn zaak om een koopprijs te beoordelen of waarderen en waarschuwde hij cliënten meermaals om vooral geen faillissementsfraude te plegen.
De Kamer voor het Notariaat ziet het anders: ‘Bij geen van de dossiers heeft de notaris vastgesteld welke redenen bestonden voor de aandelentransactie, terwijl ook de onderbouwing voor de hoogten van de gehanteerde koopprijzen niet is onderzocht, noch zijn aangetekend in het dossier. In alle besproken dossiers ging het om cliënten met een buitenlandse connectie. De notaris had derhalve uitgebreider cliëntenonderzoek moeten verrichten […] en zo nodig daarna zijn diensten weigeren.’
De tuchtrechter noemt de handelwijze van de notaris ‘in strijd met de eer en het aanzien van het notarisambt’: hij had de ondernemingsrechtelijke afdeling van zijn kantoor duidelijk niet onder controle. Een schorsing van vier weken is daarom gepast, evenals een kostenveroordeling à 3.500 euro.