Een notaris die drie jaar lang zijn Nederlandse praktijk heeft laten waarnemen omdat hij in New York woonde, is daarvoor door het Amsterdamse gerechtshof in hoger beroep voor een maand geschorst. Begin 2004 vroeg de notaris de kamer om ontheffing van artikel 29 lid 3 Wna, omdat hij van plan was tijdelijk te gaan werken voor de Amerikaanse vestiging van zijn kantoor in New York. Zijn verzoek werd afgewezen, maar hij vertrok toch naar de Amerikaanse hoofdstad.
Hij liet zijn Nederlandse werkzaamheden gedurende drie net niet aaneengesloten periodes tot medio 2008 waarnemen door een kantoorgenoot. Toen hem duidelijk werd gemaakt dat hij handelde in strijd met het genoemde artikel, probeerde de notaris een compromis te sluiten door een week per kwartaal aanwezig te zijn op zijn kantoor in Nederland. Dat voorstel werd niet geaccepteerd.
In zijn verweer stelde de notaris dat hij het verbod van artikel 29 lid 3 Wna helemaal niet had overtreden. Er was namelijk geen sprake van een waarneming van langer dan een jaar, stelde hij, maar van drie waarnemingen van elk een jaar. Daarnaast voerde hij aan dat zijn kennis van de notariële praktijk volledig up-to-date is, omdat hij in New York ook als notaris werkte. Zijn reden om geen ontslag in te dienen was dat hij – na terugkeer in Nederland – pas na twee jaar een verzoek om benoeming had kunnen indienen.
Uitholling
Het Amsterdamse hooggerechtshof verwierp vorige week het verweer van de notaris met betrekking tot de drie waarnemingsperiodes. Het hof oordeelt dat binnen de huidige wetgeving geen plaats is voor een notaris die langer dan een jaar buiten Nederland werkt. De notaris heeft zich schuldig gemaakt aan “een aanzienlijke overschrijding van de maximumtermijn”, en heeft artikel 29 lid 3 Wna wel degelijk overtreden, oordeelt de rechter.
De kamer vindt het bovendien ernstig dat de notaris in New York “feitelijk geen ambtelijke werkzaamheden [had] verricht”. “Dit is een uitholling van het notarisambt en raakt aan de kern van het notariaat,” aldus het hof.