Een ongewone tuchtzaak: een voormalig deken dient klachten in tegen zijn opvolger. Dit omdat hij zich door de huidige deken en het Limburgse bureau van de orde in de steek voelt gelaten; de oud-deken krijgt niet de gewenste steun bij enkele tuchtklachten tegen hem en een naheffing door de fiscus.
Eduard Prickartz was tot eind maart 2017 deken van de Orde van Advocaten Limburg; hij werd per 30 maart opgevolgd door Hans Vogels. Op dat moment lopen er echter nog enkele tuchtklachten tegen Prickartz in zijn hoedanigheid van toezichthouder. Ook worden er nieuwe tuchtklachten ingediend, zowel tegen hem als tegen de nieuwe deken. Sinds begin 2018 is Prickartz uitgeschreven van het tableau.
In 2017 vraagt Prickartz zijn opvolger om een vergoeding voor de tijd die hij na zijn dekenaat nog kwijt is aan de behandeling van de klachten. Ook vraagt hij de nieuwe deken en het ordebureau om hem financieel tegemoet te komen vanwege een nabetaling aan de Belastingdienst; de fiscus beschouwde hem in zijn dekenjaren niet langer als advocaat -ondernemer, omdat hij in verband met de werkzaamheden als deken niet genoeg tijd aan zijn advocatenpraktijk besteedde. De Raad van de Orde in Limburg wijst deze verzoeken af; de oud-deken kan enkel zijn reiskosten declareren.
Ontzorgen
Ook schrijft Prickartz meerdere mails aan het ordebureau en de deken. Eigenlijk wil hij niet meer zelf op de tuchtklachten tegen hem reageren, schrijft hij. “Dat zou betekenen dat ik tot in lengte van dagen met nieuwe klachten kan worden geconfronteerd uit mijn dekenale periode, waartegen ik mij moet verweren, hetgeen toch niet gangbaar is/de bedoeling kan zijn. Ik ben tegenwoordig met heel andere dingen bezig.”
De directeur van het ordebureau laat weten de oud-deken zoveel mogelijk te willen ontzorgen, maar onder de klachten zelf komt hij niet uit. “Het is helaas niet anders dan dat degene tegen wie de klacht zich richt, partij is in zo’n zaak en dus verwerend.”
Deken Vogels voegt hier in een latere mail aan toe dat ‘zijn bureau geen eigen feitenonderzoek kan verrichten’ in de klachtzaak tegen Prickartz. “Iets dergelijks doende, zouden het ordebureau [en ik] een rol en verantwoordelijkheid nemen in waarheidsvinding in die zaken, en zelfs zich een (voor-)beoordeling veroorloven. Dat zou in strijd komen met het wettelijk stelsel […].”
De oud-deken voelt zich ernstig tekortgedaan door zijn opvolger; hij verdient juist alle mogelijke steun van het ordebureau, vindt hij. Daarom dient Prickartz een reeks tuchtklachten indient tegen zijn opvolger: Vogels reageerde volgens hem te traag of in het geheel niet op zijn mails, ging niet voortvarend of oplossingsgericht te werk in deze kwestie en deelde bovendien zonder toestemming zijn verzoeken om (financiële) steun in het landelijk dekenberaad.
Deken gaf ‘een duidelijke reactie’
De huidige Limburgse deken valt echter niets te verwijten, oordeelt de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden, die deze zaak toegewezen had gekregen. Uit de afgelopen week gepubliceerde uitspraak van 21 juni: “Verweerder heeft klager meermaals laten weten dat hij bij de behandeling van klachten door het ordebureau kan worden ondersteund, zij het dat er een begrenzing is daar waar het raakt aan de onafhankelijkheid die hij als deken in deze klachtdossiers dient in te nemen. Dat is een duidelijk reactie, waarmee verweerder mocht volstaan.”
Prickartz wilde zich hier echter niet bij neerleggen, constateert de tuchtrechter, en bleef er vervolgens meermaals op terugkomen. “En dan komt er een moment dat verweerder daarop niet meer hoeft te reageren, en dat moment deed zich hier voor. Verweerder is duidelijk geweest in zijn reactie en mocht daarmee volstaan. Hij hoefde daarover niet met klager in discussie te blijven.”
Hetzelfde geldt voor het verzoek om de financiële compensatie in verband met belastingschade. Daar gaat bovendien de Raad van de Orde over, en niet de deken, onderstreept de tuchtrechter. Verder mocht de deken de verzoeken van zijn voorganger zonder diens toestemming ter sprake brengen in het dekenoverleg; een deken mag immers vrijuit overleggen met zijn collega-dekens, volgens bepaalde lijnen althans.
“Als klager het goed wil afsluiten met verweerder, zal hij daar zelf aan moeten werken,” concludeert de Raad van Discipline, die alle klachten ongegrond verklaart. “Aan verweerder zal het niet liggen, zo is ter zitting nog gebleken; hij wil wel met klager in gesprek om de lucht te klaren. Het tuchtrecht leent zich hiervoor in ieder geval niet.”
Overigens werd Prickartz in een van de tuchtzaken tegen hem berispt door het Hof van Discipline, omdat hij een uitvoerig dekenonderzoek was gestart naar de kwaliteit van het werk van een advocate op basis van slechts een vaag signaal. “Een disproportioneel optreden,” oordeelde het hof hierover in maart dit jaar.