Naar nu blijkt is een advocate uit Gelderland begin december 2019 van het tableau geschrapt. Er mankeerde zoveel aan de organisatie van haar eenvrouwskantoor dat volgens de deken de belangen van rechtzoekenden gevaar liepen, aldus een uitspraak van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden.
De Gelderse deken ontdekt de vele tekortkomingen van het kantoor in het kader van een regulier kantoorbezoek. Niet alleen blijken de inkomsten van het kantoor minimaal – dat komt naar voren uit de gebrekkige administratie –, ook ontbreken er belangrijke zaken zoals een kantoorbegroting, duidelijke opdrachtbevestigingen aan cliënten, een kantoorhandboek en een klachtenregeling. Zowel de website als het briefpapier zijn bovendien niet up to date. Met zo weinig omzet is het de grote vraag of de advocate wel onafhankelijk en voldoende deskundig haar praktijk kan voeren, aldus de deken.
Aanvankelijk stemt de advocate in met het idee om binnen zes maanden haar praktijk volledig af te bouwen, maar afspraken hierover met de deken komt ze niet na. Op verzoeken om informatie van de deken reageert ze uiteindelijk helemaal niet meer.
Bij de behandeling van het dekenbezwaar tegen haar geeft ze aan financiële problemen hebben. Ze is ingestort, en zo angstig geworden dat ze niet meer durft te reageren op e-mails van de deken of berichten op haar antwoordapparaat. Ze heeft een uitkering aangevraagd, maar om die te krijgen moet het er wel op lijken dat ze ‘professioneel actief’ is. Als ze geschrapt wordt van het tableau, zou ze wel eens kunnen fluiten naar die uitkering.
Hoewel de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden hiervoor enig begrip toont, zijn de bezwaren tegen haar wel zo ernstig dat ze ‘een goede dienstverlening in de weg staan’. ‘Hoewel de uitleg van verweerster over haar handelwijze in menselijk opzicht wellicht niet onbegrijpelijk is, is deze professioneel ontoelaatbaar en in hoge mate verwijtbaar,’ oordeelt de raad in een woensdag gepubliceerde uitspraak van 2 december 2019. ‘Het enkele feit dat verweerster is ingestort, is dramatisch voor haar persoonlijk, maar kan en mag geen reden zijn om de belangenbehartiging van de cliënt in gevaar te brengen.’
De raad komt tot de conclusie dat ‘verweerster niet thuishoort in de advocatuur’ en schrapt haar van het tableau. Het feit dat ‘haar uitkering daarmee mogelijkerwijs is gevaar komt, is te betreuren maar kan niet als voldoende reden gelden om geen schrapping op te leggen. Dat risico komt voor rekening van verweerster.’