Hoewel de aanduiding ‘professional support lawyer’ misleidend kán zijn, is een algemeen verbod op het gebruik van de term niet nodig. Dat heeft het Hof van Discipline maandag bepaald in een principiële tuchtzaak tussen de Oost-Brabantse deken Schnitzler en advocatenkantoor Van Iersel Luchtman.
De Haagse Raad van Discipline oordeelde in januari vorig jaar nog iets strenger, namelijk dat advocatenkantoren de term ‘professional support lawyer’ voor niet-advocaten zouden moeten vermijden, ongeacht de context. De aanduiding kan namelijk misleidend en verwarrend zijn voor cliënten, aldus de raad.
De aanleiding voor deze principiële tuchtzaak is een dekenbezwaar van deken Schnitzler tegen de bestuurders van Van Iersel Luchtman. Op de eigen website presenteerde het Brabantse kantoor onderaan het tabblad ‘Advocaten’ enkele juridische medewerkers als professional support lawyers. Deken en kantoor stapten na discussie hierover samen naar de tuchtrechter met de vraag of de aanduiding professional support lawyer voor niet-advocaten in dit kader misleidend is.
De Raad van Discipline antwoordde hier in dit specifieke geval bevestigend op – ‘het gebruik van de aanduiding door het kantoor en de wijze van presenteren van deze medewerkers op de website is misleidend’ –, maar legde geen maatregel op.
‘Vermoeden van de deken’
Van Iersel Luchtman heeft de website op dit punt inmiddels aangepast, maar voert in hoger beroep bij het hof nog wel aan dat de aanduiding professional support lawyer voldoende onderscheidend is; ze wordt in de advocatuur vaker gebruikt voor juridische medewerkers die geen advocaat zijn. “Of de term tot verwarring zou kunnen leiden bij het publiek is slechts een vermoeden van de deken, welk vermoeden niet wordt gesteund door feiten,” aldus het kantoor zijn verweer. “Van geval tot geval moet worden beoordeeld of het gebruik van de term verwarrend of misleidend is.”
Het kantoor vindt steun in een brief van de Amsterdamse deken over diens blik op het gebruik van de aanduiding, bijvoorbeeld door de vele Zuidas-kantoren in zijn ressort. Volgens deze deken moet er onderscheid worden gemaakt ‘tussen het gebruik van de term in een concreet geval en een oordeel over het gebruik van de term in zijn algemeenheid’.
Hoewel Hof van Discipline de beslissing van de raad bekrachtigt, gaat het hoogste tuchtcollege wel deels mee in het verweer van het advocatenkantoor. Dit doet het hof in een nadere uitleg op verzoek van deken én kantoor, om meer duidelijkheid te verschaffen over de wenselijkheid van het gebruik van de term professional support lawyer.
Juiste voorstelling van zaken
Uiteindelijk blijft het de verantwoordelijkheid van een kantoor om bij het plaatsen van omschrijvingen en functies van medewerkers ‘een juiste voorstelling van zaken te geven’, redeneert het hof. In dit specifieke geval was de bestuurder van Van Iersel Luchtman medeverantwoordelijk voor ‘een misleidende of onvolledige voorstelling van zaken’ op de kantoorwebsite.
“Door op hetzelfde tabblad naast de advocaten van het kantoor ook de professional support lawyers van het kantoor, die geen advocaat zijn, te vermelden, heeft het kantoor een onjuiste dan wel onvolledige voorstelling van zaken gegeven, nu aldus niet (voldoende) duidelijk werd gemaakt dat de professional support lawyers een andere hoedanigheid/functie hebben dan die van advocaat,” zo staat in de uitspraak. Dit onderscheid werd ook in het Engelstalige deel van de website niet duidelijk gemaakt; hierom is het dekenbezwaar gegrond.
Het gebruik van de term professional support lawyer op zichzelf is volgens het hof echter niet onaanvaardbaar of onbetamelijk, ook al kan het gebruik ervan tot verwarring leiden. “Deze verwarring kan uiteraard worden voorkomen door de term niet te gebruiken. De verwarring kan eveneens worden voorkomen door ervoor te zorgen dat bij extern gebruik van de term, zoals bij vermelding daarvan op een website of onder een brief, voor een ieder bij eerste lezing onmiddellijk duidelijk is dat professional support lawyers geen advocaten zijn.”
Of het gebruik van de term professional support lawyer in een concreet geval verwarrend en daarmee onbetamelijk is, zal steeds moeten worden beoordeeld ‘aan de hand van de omstandigheden van het concrete geval’, bepaalt het hof tot slot, in navolging van de brief van de Amsterdamse deken. “Een algemeen verbod op de aanduiding professional support lawyer is daarmee volgens het hof niet aan de orde.”