Een Noord-Hollandse advocate in psychische nood die op ‘tenenkrommende wijze’ optrad in de rechtszaal, is ook in hoger beroep van het tableau geschrapt. Het Hof van Discipline wil rechtzoekenden beschermen en gelooft niet dat zij zich ooit nog ‘als een professioneel advocaat zal handelen’.
De in 2001 beëdigde advocate uit Julianadorp (Den Helder) richtte zich aanvankelijk op het personen- en familierecht, maar stapte in 2016 over op het strafrecht. Eind 2017 valt haar gebrekkige optreden voor het eerst op in de zogenoemde Texelse schapenzaak, waarin ze de verdachte van mishandeling en seksueel misbruik van schapen en lammeren bijstaat.
De president van de rechtbank Noord-Holland trekt begin 2018 aan de bel bij de deken: deze advocate heeft de wetboeken van Strafrecht en Strafvordering ‘niet op het netvlies’, stelt hij diplomatiek. “Zij hamert op de nietigheid van de dagvaarding terwijl de feiten daarop met plaats en tijd zijn omschreven. Zij lijkt niet te weten aan welke voorwaarden een geslaagd beroep op niet-ontvankelijkheid of bewijsuitsluiting moet voldoen. Zij heeft te weinig kennis van DNA-bewijs en refereerde aan een tv-uitzending hierover om haar betoog kracht bij te zetten.”
Optreden op stagiaireniveau
Begin 2019 meldt de rechtbankpresident zich opnieuw bij de deken, nadat de advocate in een tbs-zaak had gevraagd om mediation. Medewerkers van de Orde van Advocaten hoeven bij een kantoorbezoek maar vijf dossiers te bekijken om te concluderen dat ze het strafrecht niet meester is. “Zij mist wat ons betreft de basiskennis,” aldus hun rapport. “Dit verklaart waarschijnlijk haar tenenkrommende optreden op zitting en haar foute inschattingen en onjuiste conclusies. Het is eigenlijk een functioneren op stagiaireniveau, maar dan zonder patroon.”
Later klaagt de politie bij de deken over ‘opmerkelijke en onacceptabele gedragingen’ van de advocate op het politiebureau. Zo had ze een proces-verbaal uit de handen van een agent getrokken; ze wilde het niet teruggeven. Met pen voegde ze wijzigingen en ‘verbeteringen’ toe. Ook stuitte de politie op een document waarop vier keer top secret stond geschreven. Het bleek ‘een soort draaiboek voor het organiseren van een feest op het politiebureau ter ere van de 200e piketmelding voor verweerster en de uitreiking aan haar van een nog te “knutselen” certificaat’.
De deken in Noord-Holland vraagt in deze periode zelfs twee ervaren strafrechtadvocaten om haar te coachen, maar dit biedt geen soelaas. Eind 2020 concludeert de tweede coach dat hij haar niet ‘los kan laten’ als zelfstandig strafrechtadvocaat. Bovendien onderschrijft hij een advies van de eerste coach: de advocate heeft psychische begeleiding nodig.
Kort geding en advocatenpas in stukjes geknipt
Dit alles was voor de Amsterdamse Raad van Discipline reden om haar begin mei dit jaar van het tableau te schrappen, en voor onbepaalde tijd te schorsen, dit laatste in verband met een mogelijk hoger beroep tegen de schrappingsbeslissing. Een schorsing op grond van Artikel 60b Advocatenwet heeft een onmiddellijke werking, maar de advocate werkte dit voorjaar niet mee aan de overdracht van haar dossiers aan andere advocaten.
Hiervoor moest een kort geding bij de rechtbank Noord-Holland aan te pas komen: op 5 juli dit jaar veroordeelde de voorzieningenrechter haar om binnen 24 uur na het vonnis haar lopende zaken over te dragen, op straffe van een dwangsom. Hoogst opmerkelijk: tijdens de zitting knipte ze haar advocatenpas met een zelf meegenomen tang doormidden, om vervolgens de stukjes aan de deken te geven.
Ook in hoger beroep drijft het dekenbezwaar op zorgen over de psychische gesteldheid van de advocate, de kwaliteit van haar dienstverlening en haar ‘bijzondere wijze van communiceren’. Haar functioneren en geestelijk welzijn vormen volgens de deken in Noord-Holland ook een ‘bron van zorg’ bij politie, openbaar ministerie, rechtspraak, de deken en twee betrokken coaches. Het is niet verantwoord dat de advocate nog rechtzoekenden zou bijstaan, aldus de deken.
Eigen realiteit
In een uitspraak van afgelopen maandag concludeert het Hof van Discipline dat schrapping van het tableau ‘de enig aangewezen maatregel’ is. ‘Het gebrek aan kwaliteit is zodanig dat door verweerster stelselmatig geen adequate rechtsbijstand wordt geleverd aan verdachten,’ concludeert het hof. ‘Het gaat echter niet alleen om ondeskundig handelen, maar ook om een zorgwekkende beroepshouding. […] Het ontbreekt verweerster aan inzicht in haar eigen optreden in procedures en fouten die ze heeft gemaakt. Ook ontbreekt het haar aan de wil om te leren van haar fouten. Ondanks het gegeven dat er vele signalen zijn over haar disfunctioneren, blijft zij dit ontkennen en blijft zij vasthouden aan haar eigen realiteit.’
Zelfs in de tuchtzaak tegen haar onderkent de advocate haar eigen beperkingen niet, wrijft het hof in. ‘Zij weet niet dat zij op tijd de beroepsgronden moet aanvoeren, weet niet dat een schorsing op grond van art. 60b Advocatenwet directe werking heeft en zij stelt “vorderingen” in die niet op de wet zijn gebaseerd.’ Voor het hof is schrapping van het tableau daarom ‘de enige maatregel om potentiële cliënten tegen haar optreden als advocaat te beschermen.’
Het betreffende advocatenkantoor is inmiddels gesloten, zo staat op de website, ‘in verband met bijzondere omstandigheden.’ “Ik raad u daarom aan om dit contactformulier niet te gebruiken.”