Naar nu blijkt is de Hilversumse advocaat Sam Bharatsingh half september van het tableau geschrapt door de Raad van Discipline. De advocaat met een lange antecedentenlijst is al maanden geschorst; het Hof van Discipline legde sinds zomer 2019 ruim een jaar aan schorsingen op. Bharatsingh is in beroep gegaan tegen de schrappingsmaatregel.
Een ernstig geval van belangenverstrengeling blijkt Bharatsingh definitief de das te hebben omgedaan, zo blijkt uit een niet eerder dan dinsdag 1 december gepubliceerde uitspraak van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden. Al sinds de jaren negentig stond hij als accountant en belastingadviseur een familiebedrijf en de eigenaren van deze onderneming bij, en vanaf 1998 – het jaar van zijn beëdiging – ook als advocaat.
Vanaf 2008 verricht Bharatsingh enkel nog accountantswerkzaamheden voor het bedrijf, totdat hij in 2013 weer als advocaat adviseert bij het opmaken van het testament van de eigenaar, de heer Van L. senior. Als deze in juli 2017 overlijdt, ontstaan er ruzies over de uitvoering van het testament en wordt mevrouw van L. ontslagen bij een van de bv’s.
Zij wil hierover zaken aanspannen en Bharatsingh werpt zich op als haar advocaat. Al snel volgen de verzoeken van de bestuurders van het bedrijf dat hij zich moet terugtrekken als advocaat vanwege ongeoorloofde belangenverstrengeling met zijn voormalige cliënten. Volgens hem is er echter geen vuiltje aan de lucht: “Mijn optreden als accountant voor uw cliënten is niet gelijk te stellen aan het optreden als advocaat,” schrijft Bharatsingh begin 2018 in een e-mail. In een van de procedures die hierop volgen, gebruikt hij volgens een van de klachten wel ‘zijn eerder opgedane kennis als advocaat, accountant en als belastingadviseur van de VLG’.
Vertrouwensrelatie
Ook al zat er een pauze van enkele jaren tussen zijn accountantswerk voor het bedrijf en zijn bijstand aan mevrouw van L., er is hier wel degelijk sprake van belangenverstrengeling, zo oordeelt de Raad van Discipline. Bharatsingh had al sinds de jaren tachtig een vertrouwensrelatie opgebouwd met de heer van L. en diens bedrijven en familieleden, en hij werkte lange tijd voor hen. In 2013 was hij als advocaat betrokken bij het opstellen van het testament van de heer Van L., waarvan de uitvoering leidde tot de procedures waarbij hij mevrouw van L. vertegenwoordigde.
In andere hoedanigheden – accountant, belastingadviseur – bleef Bharatsingh steeds betrokken bij het familiebedrijf, ziet ook de Raad van Discipline. De stelling dat hij in een heel andere kwestie tegen zijn cliënten had mogen optreden, verwerpt de raad. ‘In het namens zijn cliënte gevoerde kort geding ging het geschil met klager sub 1 over de uitleg van het testament van de heer Van L sr. en de aandelenoverdracht van zijn dochter aan zijn zoon na zijn overlijden,’ constateert de Raad van Discipline. ‘Deze kwestie is nauw verweven met de werkzaamheden die verweerder jarenlang voor het familiebedrijf heeft verricht, zowel als accountant als advocaat.’
Ook de klacht dat hij als advocaat voor mevrouw van L. vertrouwelijke bedrijfsinformatie verkregen in zijn andere rollen heeft gebruikt in een van de procedures, is gegrond. ‘Met die vertrouwelijke informatie kan verweerder alleen bekend zijn geworden door zijn betrokkenheid als accountant bij de vaststelling van de jaarstukken van 2010,’ concludeert de raad.
Al met al had Bharatsingh daarom nooit namens de vrouw mogen optreden. ‘Door ondanks verzoeken van klagers om zich terug te trekken toch voor haar te blijven optreden, heeft verweerder op ernstige wijze misbruik gemaakt van de situatie en jegens klagers gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt.’
‘Advocaat trekt zich niets aan van corrigerende uitspraken’
Met de ‘talloze tuchtrechtelijke veroordelingen’ van Bharatsingh sinds 2000 en nog twee zware schorsingen in 2019 nog vers in het geheugen, is de maat voor de tuchtraad vol; de beslissing komt uit op schrapping van het tableau. ‘De raad is gebleken dat alle jegens verweerder gewezen tuchtrechtelijke uitspraken kennelijk niet van invloed zijn op zijn handelen, dat hij kennelijk de intrinsieke normen van een advocaat niet kent of niet wenst na te leven, zich kennelijk niets aantrekt van de vele corrigerende uitspraken [van de tuchtrechter] en dat zodoende te vrezen valt dat verweerder ook in de toekomst schade zal toebrengen aan zijn cliënten, de beroepsgroep en/of andere betrokkenen.’
Een week na deze schrappingsbeslissing schorste het Hof van Discipline Bharatsingh nog eens twaalf weken, deze keer vanwege de gebrekkige advisering aan een echtpaar met verborgen spaarrekeningen in Luxemburg. Het koppel kreeg als gevolg hiervan te maken met meerdere dwangsommen en hoge proceskosten. De Telegraaf bombardeerde hem mede hierom al tot ‘zwartspaardersadvocaat’.
In augustus 2019 legde het Hof van Discipline hem twaalf maanden schorsing op, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De toedracht was deze keer een slepende ruzie in de familie van de advocaat: de schorsing kreeg hij vanwege het gebruik van een volmacht van zijn demente, niet langer wilsbekwame moeder, om op haar naam een procedure te kunnen voeren in de familievete.
Bharatsingh heeft enkele weken na de publicatie van dit artikel laten weten dat hij in beroep is gegaan tegen de beslissing van de raad. Totdat het Hof van Discipline zich over hem heeft uitgesproken, mag hij doorwerken als advocaat.
Klik hier voor de schrappingsbeslissing van de Raad van Discipline