Door als advocaat de dag voor kerst rechtstreeks de partner van de wederpartij te benaderen, handel je in strijd met de in de Advocatenwet omschreven normen. Zo oordeelde de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden. Het leverde de advocaat een schorsing op van in totaal zes weken, waarbij ook een beslissing uit een andere tuchtzaak is meegenomen.
Uit de recent gepubliceerde uitspraak blijkt dat het in de zaak ging om een geschil tussen klager en de cliënten van de advocaat over een nog te betalen bedrag. Om de zaak wat ingewikkelder te maken, is de partner van klager (klaagster in deze tuchtzaak) ook advocaat van beroep, maar stond zij haar partner niet bij in de zaak.
Het is twee dagen voor kerst wanneer de advocaat van klager, mr. Van W., ’s ochtends een e-mail stuurt naar de advocaat van de wederpartij. Hierin werd gesteld dat het door klager nog te betalen bedrag van € 192.773,32 betaald zou worden. Een dag later, op 24 december om 11:10 uur, reageert de advocaat met het volgende: ‘Bijgaand treft u aan de exacte achterstand per gisteren, betreffende [namen van de cliënten van verweerder]. Ik verzoek u te bevorderen dat heden respectievelijk € 213.077,73 alsmede € 34.605,53 voor 16:00 uur overgemaakt en ontvangen is op mijn derdenrekening […] t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden […] Advocaten, bij gebreke waarvan cliënten mij opdracht hebben gegeven het faillissementsrekest in te dienen.’
Er komt echter direct een afwezigheidsmelding terug, met de boodschap dat mr. Van W. tot en met 27 december niet aanwezig was, en dat er bij spoed gebeld kon worden naar een mobiel telefoonnummer. In plaats van dit nummer te bellen, besluit de raadsman rechtstreeks naar klaagster een e-mail te sturen, die weliswaar advocaat van beroep is maar bij deze zaak enkel betrokken is als partner van klager: ‘Bijgaand treft u aan een schrijven d.d. heden aan mevrouw […]. Zij berichtte dat zij tot vrijdag afwezig is. Ik verwijs naar het ultimatum in de e-mail. Derhalve wordt deze e-mail rechtstreeks aan u gestuurd.’
Druk uitgeoefend
De klacht van klaagster in deze zaak is dan ook dat de advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld heeft door klaagster rechtstreeks te benaderen en daarmee druk op haar heeft uitgeoefend in de hoop dat haar partner, klager, zou bezwijken. Volgens klaagster was hij ervan op de hoogte dat zij geen partij was bij het geschil tussen zijn cliënten en klager. Ook was er geen sprake van een spoedeisend belang dat het directe contact tussen verweerder en klaagster zou kunnen verklaren. Bovendien is hij door het plotseling aanvullen van zijn eisen ten aanzien van de faillissementsaanvraag niet de-escalerend te werk gegaan.
Ook zou volgens klager de advocaat stelselmatig druk op zowel hem als zijn partner, klaagster, hebben uitgeoefend en kwam hij regelmatig met fatale termijnen aanzetten voor het geven van een reactie. Zo verstuurde verweerder naast de e-mail van 24 december, die vlak voor kerst bij klaagsters in de inbox kwam, ook e-mails toen klager in het ziekenhuis lag en niet in de gelegenheid was te reageren.
Ernstige situatie
In zijn verweer geeft de raadsman aan dat klaagster al langere tijd op de hoogte was van de zaak, en dat hij daarom verbaast was dat klaagster overvallen en verrast was door zijn bericht. De e-mail was volgens hem in overleg met zijn cliënten gestuurd, en puur bedoeld om de ernst van de situatie te duiden. Klaagster was eerder die maand aanwezig bij een gesprek tussen klager en een van zijn cliënten, wat volgens hem toont dat zij de hele procedure meegenomen werd in het geschil.
Bijzonder aan deze zaak is dat klaagster in essentie geen partij is bij het geschil tussen klagen en de cliënten van verweerder. Toch dient zij in deze tuchtzaak een klacht in tegen de advocaat. Volgens de raad is deze klacht ontvankelijk, aangezien zij een rechtstreeks belang heeft bij het indienen van de klacht, aangezien de klacht gaat over de e-mail die naar haar gestuurd werd.
Rechtstreeks communiceren
De klacht van klaagster is volgens de raad niet alleen ontvankelijk, maar ook gegrond; verweerder had na ontvangst van het afwezigheidsbericht het 06-nummer kunnen bellen of simpelweg een reactie op zijn mail kunnen afwachten. Wat hij niet had moeten doen, was rechtstreeks communiceren, aldus de raad: ‘Alleen mededelingen met aanzegging van een rechtsgevolg mogen rechtstreeks aan de wederpartij worden gezonden en dan nog uitsluitend indien een kopie van die aanzegging rechtstreeks aan de advocaat van de wederpartij wordt gestuurd.’
In het verweer dat klaagster bij eerdere gesprekken aanwezig was en daarom bij het geschil betrokken was, gaat de raad niet mee. Het was duidelijk dat klager de wederpartij was, en dat klaagster in deze zaak slechts zijn partner was. ‘Dat zij de partner van de wederpartij is en advocaat maakt niet dat gedragsregel 25 ten opzichte van haar niet geldt,’ aldus de raad.
Mede door het moment van verzenden van de e-mail – de dag voor kerst -, het gebrek aan zelfreflectie bij verweerder en het tuchtrechtelijke verleden besluit de raad verweerder voorwaardelijk te schorsen in voor een periode van drie weken. Door een andere uitspraak komt het de advocaat in totaal op een voorwaardelijke schorsing van zes weken te staan.