We schreven eerder over de hedendaagse “marketingfratsen” van notariskantoren, en nu blijkt dat één van die fratsen, het aanbieden van meubilair bij de aanschaf van een huis, bij de tuchtrechter is beland. Die oordeelt: het aanbieden van een loungeset bij de aankoop van een huis is op zichzelf niet onbetamelijk, en wekt ook geen associaties op die niet passen bij het ambt van notaris.
Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerde uitspraak van de Kamer van Toezicht Rotterdam. Andere notarissen hadden geklaagd over de loungeset van Dekker notarissen uit Rhoon en Hoogvliet, omdat die daarmee werkt met tarieven “die feitelijk onder de kostprijs liggen”.
De Kamer van Toezicht wijst eerst op een brief van de KNB, waaruit blijkt dat de beroepsorganisatie nog op zoek is naar de grenzen van betamelijk en onbetamelijke reclame. “Maar het gaat om meer dan alleen de lounge-set-kwestie. Het bestuur van de KNB en het notariaat hebben juist behoefte aan duidelijkheid in het algemeen. Hoe ver mag je gaan als notaris in het ondernemerschap? Daarom heeft het KNB-bestuur de Commissie Cerordening beroeps- en gedragsregels gevraagd deze casus meet te nemen in de overwegingen.”
Hoe ver de commissie is met de lounge-set-kwestie weten we niet, wel dat de Kamer van Toezicht “terughoudendheid” betracht. “Tegens deze achtergrond – waaruit blijkt dat het notariaat in eigen kring nog worstelt met de vraag waar de grens ligt tussen wat wel en niet geoorloofd is in het spanningsveld van het ambt van notaris en het vrije ondernemerschap – is de Kamer van oordeel dat door haar terughoudendheid moet worden betracht bij het als klachtwaardig bestempelen van activiteiten van de notarissen die de grenzen tussen ambt en onderneming aftasten.”
De Kamer meent verder dat de klagers in deze zaak “niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de notarissen door het aanbieden van de loungesets onder de kostprijs werken”.