Advocate Henriëtte Nakad mag geen jeugdzorg-gerelateerde zaken meer doen of aannemen, en moet al haar lopende dossiers op dit gebied binnen een week overdragen aan andere advocaten. De Amsterdamse Raad van Discipline heeft dit maandag bepaald en hiermee een verzoek van deken Henrichs ingewilligd.
De Amsterdamse deken Evert Jan Henrichs stelde afgelopen jaar een onderzoek in naar Henriëtte Nakad-Weststrate, na klachten afkomstig van Jeugdbescherming West in de hoofdstad. De advocate ontpopte zich de laatste tijd publiekelijk als een complotdenkster, met felle aanvallen op de Nederlandse jeugdzorg, politiek en rechtspraak, zowel in de rechtszaal als op social media.
Het jeugdzorgstelsel maakt zich volgens haar onder meer schuldig aan ‘ontvoering en gijzeling, foltering en andere wreedheden, en misschien wel misdaden tegen de menselijkheid.’ Dat is slechts één voorbeeld van de vele uitspraken die zij als advocaat heeft gedaan en die terugkomen in de bijzonder uitgebreide beslissing van de Amsterdamse Raad van Discipline van maandag 12 april. De uitspraak bevat zelfs een transcriptie van een gesprek tussen de deken en Nakad.
Eerder dit jaar diende Henrichs een verzoek in bij de Raad van Discipline op grond van artikel 60b Advocatenwet om haar een gedeeltelijk beroepsverbod op te leggen: zij zou in het geheel geen jeugdrechtzaken meer mogen doen. De inhoudelijke behandeling van dit verzoek liep vertraging op door een nauwelijks onderbouwde, mislukte wrakingspoging door Nakad.
Volgens de deken heeft zij last van tunnelvisie en ‘een zekere mate van complotdenken’, die haar hinderen in haar oordeelsvorming. “Zij ziet zichzelf als een klokkenluider, die als advocaat met juridische procedures ernstige misstanden binnen de jeugdzorg aan de kaak moet stellen,” schreef Henrichs in zijn verzoek. “Als de rechterlijke macht haar niet in het gelijk stelt, beschuldigt zij de rechterlijke macht van (medeplichtigheid aan) diezelfde misstanden.”
Advocaat mag activistisch zijn
De Raad van Discipline stelt dat er op zichzelf niets mis mee is als een advocaat in een activistische rol misstanden aan de kaak stelt. Daarbij mag een advocaat uitspraken doen die ‘de rechterlijke macht onwelgevallig zijn’. Maar in dit geval ziet de tuchtrechter dat deze advocate zo ver gaat dat zij niet langer ‘in staat is haar praktijk als advocaat in jeugdzorg-gerelateerde zaken behoorlijk te kunnen uitoefenen’.
Dat zit hem vooral in het ontbreken van professionele distantie. “Verweerster heeft zich de mening van haar cliënten en andere belanghebbenden over jeugdzorg volledig tot de hare gemaakt,” oordeelt de tuchtrechter. “Verder interpreteert verweerster feiten, beslissingen en gebeurtenissen enkel in het licht, ‘door de bril’, van haar vaststaande oordeel over jeugdzorg en de rechterlijke macht en handelt zij daar ook naar. Hierdoor is sprake van tunnelvisie die een onafhankelijke oordeelsvorming en opstelling belemmert en botst met de kernwaarde onafhankelijkheid.”
Grote woorden
Kenmerkend voor de manier waarop Nakad haar zaken aanvliegt en beargumenteert zijn ‘algemene betogen en grote woorden’, aldus de raad, zoals ‘institutioneel jeugdzorggeweld, bedreiging en intimidatie, bedrog, ontvoering, gijzeling en foltering’. Grote woorden die echter niet met concrete feiten worden onderbouwd, ook niet als de deken hier specifiek om vraagt. Uit de uitspraak: “Vervolgens verwijt verweerster de deken dat hij niet optreedt tegen de door verweerster geconstateerde ernstige misstanden. Zo creëert zij een patstelling.”
Dit alles bezien, vindt de raad dat Nakad ‘niet langer in staat is jeugdzorg-gerelateerde zaken met een professionele, open blik en met oog voor alle betrokken belangen te bekijken en in die zaken adequate en effectieve rechtsbijstand te verlenen’. Daar komt nog eens bij dat Nakad op zitting bij de Raad van Discipline heeft verklaard ‘autodidact’ te zijn op het gebied van jeugdrecht. Ze is geen lid van een specialisatievereniging en heeft geen specialisatieopleiding of cursus jeugdrecht gevolgd. Haar cliënten zouden echter heel tevreden zijn, dankzij haar empathisch vermogen.
De raad wijst het primaire verzoek van de raad dan ook toe: Nakad mag voor onbepaalde tijd geen jeugdrechtzaken meer doen en moet lopende dossiers binnen een week overdragen aan andere advocaten, ook als zij in hoger beroep zou gaan tegen deze beslissing. Zij wordt kortom niet geschorst als advocaat, ook al vraagt de raad zich af of ‘verweerster op andere rechtsgebieden wel in staat is tot een behoorlijke praktijkuitoefening’.
Nakad geeft desgevraagd aan dat ze uitspraak aan het bestuderen is en nog overlegt ‘met beroepsgenoten over een eventueel hoger beroep’.
Beeld: YouTube