Een advocaat in het ressort Rotterdam is op 10 december per onmiddellijk voor onbepaalde tijd geschorst door de Haagse Raad van Discipline. Hij werd in november aangehouden op verdenking van bedreiging en stalking, en zat hiervoor twee weken in voorarrest. Bovendien kampt hij met een cocaïneverslaving en is zijn kantoor er financieel slecht aan toe.
De in 2004 beëdigde advocaat voert sinds begin 2017 een eenmanskantoor, zo blijkt uit de op 19 december gepubliceerde beslissing. De Rotterdamse deken krijgt in mei dit jaar signalen dat de advocaat slecht bereikbaar is voor zijn cliënten en dat hij niet op afspraken is verschenen. Uit gesprekken met tussen de deken en de advocaat blijkt dat hij met privéproblemen kampt, die volgens hem effect hebben op de organisatie van zijn kantoor.
Nader onderzoek door de deken wijst uit dat er sprake is van betalingsachterstanden. De financiële situatie van het kantoor blijkt zorgwekkend. De advocaat belooft voor de zomer meerdere dossiers over te dragen aan een waarnemer, maar dit gebeurt niet. Op 21 november verneemt de deken dat de advocaat op 13 november is aangehouden op verdenking van bedreiging van zijn echtgenote en van stalking. Tegen de rechter-commissaris, die hem twee weken in voorarrest houdt, geeft de advocaat bovendien zijn cocaïneverslaving toe, waarvoor hij behandeld wil worden,
De advocaat verweert zich in het geheel niet tegen een schorsingsverzoek op grond van artikel 60b Advocatenwet door de deken. De Raad van Discipline in Den Haag wijst het verzoek dan ook toe: ‘Verweerder kan zijn praktijk op dit moment niet de aandacht geven die deze verdient en heeft erkend verslaafd te zijn aan het gebruik van cocaïne waartoe hij behandeling nodig heeft.’