Nadat een eerder herzieningsverzoek van voormalig notaris Johan Bakker (werkzaam bij Allen & Overy) in de zaak tussen de broers De Jong al was toegewezen, heeft het gerechtshof Amsterdam in het heropende hoger beroep op 13 juni bepaald dat de eerdere onzetting uit het ambt moet worden omgezet naar een berisping. Bakker heeft weliswaar enkele steken laten vallen, maar het verwijt dat hij Jan de Jong zou hebben geholpen om zijn broer Gijs stelselmatig te belazeren, is volgens het Hof niet correct.
Door Lucien Wopereis
De juridische strijd tussen de broers duurt al jaren. Ze zijn samen rijk geworden in de Verenigde Staten, maar enige tijd na hun terugkeer in Nederland willen ze de gezamenlijke boedel, onder meer bestaand uit een enorm landgoed in Bloemendaal, ‘ontvlechten’. Notaris Bakker neemt dat project onder zijn hoede, maar uiteindelijk zeer tot onvrede van broer Gijs. Die stelt, bijgestaan door zijn partner en kandidaat-notaris Pieternel Kouwenhoven, dat de notaris heeft samengespannen met broer Jan om hem bij de ontvlechting te benadelen. Ze zouden misbruik hebben gemaakt van zijn onwetendheid, en hem onder druk hebben gezet om papieren te tekenen.
In de herzieningsprocedure bepaalde het hof al dat dat verwijt niet klopt, vooral ook gelet op de relatie van Gijs met de naar eigen zeggen ‘hardcore specialist estateplanning’ Kouwenhoven en een daarnaast ingeschakelde financieel adviseur. ‘Het komt het hof onaannemelijk voor dat klaagster (Kouwenhoven, L.W.) klager (Gijs, L.W.) met haar kennis en kunde niet heeft bijgestaan in het proces over de afwikkeling van het gezamenlijk met Jan opgebouwde vermogen.’ En even verder: ‘De feiten, die eerst in een civiele procedure naar voren zijn gekomen, hadden daarom in de tuchtprocedure, indien bij het hof bekend, tot een andere beslissing kunnen leiden. Het hof zou hebben onderzocht of deze feiten aan de gegrondverklaring van de klachten in de weg zou hebben gestaan en welke betekenis daaraan toekwam voor de beoordeling van de mate van verwijtbaarheid van het handelen van de notaris. (…).’
In het heropende hoger beroep bevestigt het gerechtshof deze beslissing. De notaris heeft conceptakten wel degelijk tijdig voorgelegd aan Gijs, en commentaar op de concepten heeft geleid tot aanpassing van de akten. Het hof acht onaannemelijk dat Gijs door de notaris onder druk is gezet: er is op het kantoor van de notaris lang onderhandeld over de overeenkomst en de broers hebben ‘volledige wilsovereenstemming’ bereikt over de ontvlechtingsconstructie. De notaris heeft op die punten ‘niet onzorgvuldig’ gehandeld, aldus het hof concluderend.
Op een paar andere punten heeft de notaris wel wat steken laten vallen, en om die reden komt het toch nog tot een berisping. Zo kwam Bakker na een verzoek tot rectificatie van een akte pas in beweging toen hij door een collega van Kouwenhoven werd gemaand om dat te doen. Hij verzond niet uit eigen beweging afschriften van de aangepaste akte aan klager, en bood ook niet aan om door de vertraagde levering gemaakte kosten te vergoeden.
Klik hier voor de beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van het Hof Amsterdam