Nog geen half jaar na zijn schrapping in 2017, dacht de Rotterdamse oud-advocaat Mastenbroek wel weer terug te kunnen keren in de advocatuur. Dat dacht hij verkeerd: de Raad van de Orde heeft zijn ‘summiere verzoek tot inschrijving’ terecht afgewezen, aldus het Hof van Discipline in afgelopen week gepubliceerde uitspraak.
De Raad van Discipline in Den Haag schrapte Mastenbroek eind augustus 2017 van het tableau, met als concrete aanleiding dat hij jarenlang de jaarlijkse bijdrage aan de Orde van Advocaten niet had betaald. De vordering van de NOvA bedroeg op gegeven moment bijna 10.000 euro. Bovendien had hij op dat moment al tal van schorsingen – tot zes maanden lang – achter zijn naam staan, onder meer wegens onbereikbaarheid voor cliënten. Zijn hoger beroep tegen de beslissing van de tuchtrechter kwam te laat, waardoor de schrapping half januari 2018 onherroepelijk werd.
Mastenbroek liet het er niet bij zitten. Al in maart vorig jaar diende hij zijn verzoek in bij de Raad van de Orde om hem weer als advocaat in te schrijven. De raad weigerde vanwege een ‘gegronde vrees dat klager inbreuk zal maken op de voor advocaten geldende wetten, verordeningen en besluiten of dat hij zich anderszins schuldig zal maken aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt’.
Ook woog de raad mee dat Mastenbroek de zitting bij de Raad van Discipline aan zich voorbij had laten gaan, om vervolgens te laat hoger beroep in te stellen tegen het schrappingsbesluit. Bovendien is ‘de lijst van tuchtrechtelijke maatregelen lang en hebben deze maatregelen niet tot een structurele verbetering van de gedragingen van klager geleid,’ aldus de raad.
De ex-advocaat voerde in zijn beklag aan dat wanbetaling onvoldoende reden is voor schrapping van het tableau. Daarbij noemde hij het onredelijk ‘dat hem de mogelijkheid wordt onthouden om zijn beroep nog uit te oefenen’, op een leeftijd waarbij het niet meevalt om nog een andere baan te vinden. Intussen houdt hij nog steeds een kantoor in stand ‘met alle kosten van dien’, maar mag hij al een half jaar niet als advocaat werken.
Ook dat laatste is juist het probleem, onderstreept het Hof van Discipline. Ondanks zijn schrapping pretendeert Mastenbroek op zijn kantoorwebsite nog steeds te werken als advocaat. Nu is het voor geschrapte advocaten na verloop van tijd mogelijk – hiervoor staat geen vaste termijn – om weer ingeschreven te worden op het tableau, redeneert het hof in zijn uitspraak van eind november vorig jaar. Weigering van zulke verzoeken is echter gerechtvaardigd in het licht van de aard en de ernst van de schrappingsmaatregel ‘en de daarmee te dienen maatschappelijke belangen’.
Boven alles zijn er volgens het hof geen omstandigheden die aantonen dat Mastenbroek zijn leven al gebeterd zou hebben. Het inhuren van een financieel medewerkster en het kopen van een postbus – omdat de postbezorging op de Kop van Zuid volgens hem niet deugt – zijn niet voldoende. ‘Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de advocaat zelf om erop toe te zien dat verplichtingen worden nagekomen en het is weinig vertrouwenwekkend dat klager dat al die jaren kennelijk niet heeft ingezien,’ stelt het hof. ‘Het enkele voornemen om een financieel/administratief medewerkster in te schakelen als klager weer als advocaat zou mogen werken is niet voldoende om dat vertrouwen alsnog te vestigen. Hetzelfde geldt voor het voornemen om een postbus aan te schaffen.’
Zowel de deken als het Hof van Discipline hebben kortom niet het vertrouwen ‘dat het nu wél goed zal gaan’, zodat het beklag ongegrond wordt verklaard.