Paul Acda, de advocaat die betrokken was bij de langdurige juridische strijd tussen de Twentse ondernemer Gerard Sanderink en zijn ex-partner Brigitte van Egten, is een half jaar geschorst door de Raad van Discipline.
Eerder werd Acda nog zes weken geschorst. Acda had toen financiële steun verleend aan de lastercampagne die Sanderink tegen Van Egten voerde. Hij gebruikte de streng gereguleerde bankrekening van zijn advocatenkantoor hiervoor. De lastercampagne betrof beschuldigingen van fraude, diefstal, cybercrime en andere ernstige misdrijven. Sanderink zelf kreeg eerder al uitingsverboden opgelegd in de zaak, maar via Acda’s kantoor probeerde hij toch de campagne voort te zetten.
In september stond Acda opnieuw voor de tuchtrechter. De deken verweet hem onder andere dat hij dossiers die gekwalificeerd moesten worden als Wwft-dossiers niet als zodanig behandeld heeft en in het algemeen zich niet aan de kernwaarden (financiële) integriteit en onafhankelijk heeft gehouden.
Alleen ‘geparkeerd’
De raad komt in haar beoordeling tot de conclusie dat Acda inderdaad zijn derdengeldenrekening heeft ingezet om zijn cliënt te helpen met het voortzetten van de hem verboden lastercampagne. Acda probeerde in zijn verweer nog aan te geven dat het geld echt alleen ‘geparkeerd’ op zijn rekening stond, maar de raad gaat hier niet in mee. Het zonder noodzaak parkeren van geld op een derdengeldenrekening is bovendien ook niet toegestaan, aldus de raad.
Vanaf zijn derdengeldenrekening werden in totaal twaalf declaraties van in totaal 441.500 euro gedaan. Deze betalingen moeten volgens de raad als bankieren worden gezien, ondanks het verweer van Acda. Volgens hem liepen de declaraties via zijn rekening omdat de bankafschriften van Sanderink door de media in de gaten gehouden werden.
Financiële instelling
Omdat vaststaat dat het kantoor van Acda gelden van Sanderink heeft beheerd, diende volgens de raad zijn kantoor aangemerkt te worden als een ‘financiële instelling’ waar de Wwft van toepassing op is. Het was in dat geval Acda’s verplichting erop toe te zien dat zijn rekening niet gebruikt werd voor witwassen. Acda heeft weliswaar de identiteit van zijn cliënt vastgesteld, maar had volgens de raad meer moeten doen.
De raad staat er bij stil dat Acda de verwijten van de deken deels erkend heeft en spijt heeft betuigd. De advocaat gaf bovendien aan dat hij, achteraf gezien, overspannen was waardoor er volgens hem sprake was van een ‘vertroebeld beoordelingsvermogen’. Ook gaf Acda aan dat hij toch echt dacht dat hij zijn derdengeldenrekening destijds op de juiste manier gebruikte. De raadsman zit momenteel in het proces deze rekening op te heffen.
Bijzonder kwalijk
Ondanks dit alles noemt de raad Acda’s handelen ‘bijzonder kwalijk’. Met zijn handelen, dat gedurende lange tijd plaatsvond en zich over meerdere dossiers uitstrekte, heeft hij het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Ondanks dat de advocaat zijn spijt heeft betuigd, blijkt uit zijn verweer weinig inzicht in de daadwerkelijke ernst van zijn handelen.
Zijn eerdere schorsing van zes weken, die Acda in augustus nog opgelegd kreeg, wordt door de raad meegenomen. Toch komt het hem uiteindelijk op een onvoorwaardelijke schorsing van een half jaar te staan.
Paul Tjiam, partner bij Simmons & Simmons en advocaat van Brigitte van Egten: “Het onderzoek van de deken laat zien dat de situatie bij Acda nog vele malen ernstiger is dan we dachten. Bovendien blijkt uit zijn verklaringen dat Acda opnieuw niet de waarheid spreekt over de betalingen aan de lastercampagne over mijn cliënte.”
Lees hier de volledige uitspraak