Een Amsterdamse advocaat is van het tableau geschrapt omdat hij buiten zijn advocatenkantoor om zijn honoraria liet storten op zijn privérekening. Bovendien vervalste hij bankafschriften in een poging dit te verhullen voor een accountantsonderzoek, aldus een uitspraak van de Raad van Discipline Amsterdam van 20 december 2018.
Het kantoor waar de geschrapte advocaat werkte, kreeg afgelopen voorjaar vermoedens dat iets niet in de haak was met zijn declaraties. Een accountantskantoor kreeg de opdracht om nader onderzoek te doen en ontdekte al snel dat de advocaat aan meerdere cliënten, een rechtsbijstandsverzekeraar en de Raad van Arbitrage vroeg om vergoedingen voor zijn werkzaamheden direct op zijn privérekening te storten. Hij stuurde zijn privégegevens per e-mail, en verving in een geval op een declaratie het rekeningnummer van het advocatenkantoor door zijn eigen rekeninggegevens. Ook gaf hij kortingen aan cliënten, zonder enig overleg hierover met het kantoor.
De advocaat werd hierom in juni 2018 op staande voet ontslagen. In de weken hierna bleek nog dat hij de bankafschriften die hij voor onderzoek aan de accountant had gestuurd, had bewerkt. Ook gaf de advocaat hierop toe alsnog een bedrag op zijn rekening te hebben staan dat voor het advocatenkantoor was bestemd.
Nog voor de Amsterdamse deken een bezwaar kon indienen, liet de advocaat zichzelf in augustus van het tableau schrappen. Ook betaalde hij al het geld dat hij ten onrechte had geïncasseerd terug aan zijn voormalige werkgever, inclusief een schadevergoeding en de kosten van het accountantsonderzoek. Privéproblemen en hoge werkdruk dreven hem tot zijn gedrag, zei hij tegen de Raad van Discipline Amsterdam.
Hiermee ontkomt hij echter niet aan een hard oordeel van de tuchtraad, vanwege een ernstige schending van de kernwaarde integriteit: ‘Er kan niet met minder worden volstaan dan met een schrapping.’