Een advocaat uit het arrondissement Den Haag is maandag van het tableau geschrapt om betrokkenheid bij de fabricage van en handel in drugs. In een loods die hij verhuurde, werd vorig jaar een hoeveelheid amfetamine gevonden, en de advocaat werd gearresteerd. Hij heeft zakelijke en privébelangen gemengd en kan ‘als facilitator voor criminele activiteiten worden gezien,’ aldus de Raad van Discipline.
De strafrechtadvocaat wordt op 8 augustus 2017 aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de productie van en handel in synthetische drugs. De politie heeft zijn woning doorzocht, en een loods die hij huurt en weer doorverhuurt. Hier wordt een voorraad grondstoffen en chemicaliën voor de productie van synthetische drugs aangetroffen, waaronder amfetamine. De plaatselijk deken was door het OM al in het voorjaar op de hoogte gebracht van de aanstaande doorzoekingen.
Gedurende de drie dagen dat de advocaat vast zit, verhoort de politie hem vier keer. Al snel duidelijk dat de advocaat, die vooral op basis van toevoegingen werkt, in geldnood dreigde te komen. Hij had samen met een zekere meneer C. al een bedrijfje erbij om oude auto’s op te knappen en door te verkopen, maar dit leverde amper iets op. Bovendien werd er in een van hun loodsen een gestolen BMW aangetroffen, waarvoor de heer C. was aangehouden.
Om uit de financiële problemen te komen, bedacht hij een loods te huren en deze weer door te verhuren, en wel via een tussenpersoon cq. zeer goede cliënt. Deze meneer X., voor wie hij tal van zaken had gedaan, had in het verleden wel een jaar achter de tralies doorgebracht, aldus de advocaat. Deze loods bezocht hij zelf echter niet; de advocaat had er zelfs geen sleutel van. Bovendien had hij niet alle verhuurders ontmoet en wist hij niet eens wie de eigenaar was.
Privésfeer
Op het laatste moment laat de advocaat de zitting bij de Raad van Discipline ’s Gravenhage aan zich voorbij gaan. In een schriftelijk verweer meent hij nog wel dat het advocatentuchtrecht niet op hem van toepassing is: de zaak gaat om gebeurtenissen in zijn privésfeer en bovendien loopt het strafrechtelijk onderzoek nog: hij heeft er allemaal niets mee te maken. De raad denkt hier anders over: er zijn ‘voldoende aanknopingspunten met de praktijkuitoefening van verweerder aanwezig’. Bovendien beriep hij zich tijdens de politieverhoren meerdere malen op zijn verschoningsrecht.
‘Verweerder heeft op zijn minst de schijn gewekt dat hij hier is opgetreden als facilitator van criminele activiteiten,’ aldus de raad. ‘Dat maakt hem als advocaat extra kwetsbaar en bovendien chantabel. […] De ongeoorloofde gedragingen van verweerder raken, ook al zijn ze begaan in privé, aan de kernwaarden van de advocatuur.’
Daar komt nog eens bij dat de advocaat sinds 2000 een waarschuwing, vier berispingen, drie voorwaardelijke schorsingen en een onvoorwaardelijke schorsing heeft gekregen. Mede hierom gaat de Raad van Discipline nu over tot schrapping van het tableau. Dat hij zich per juli 2018 laat uitschrijven als advocaat, brengt hierin geen verandering. ‘De raad heeft er, mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden van verweerder, geen vertrouwen in dat verweerder na een eventuele nieuwe inschrijving op het tableau wél zal handelen zoals een behoorlijk advocaat betaamt’.