De Haagse Raad van Discipline heeft op 13 juni een advocaat geschrapt die tonnen bij zijn cliënt in rekening bracht zonder duidelijke specificaties. Ook bracht hij zijn partijdigheid en onafhankelijkheid in gevaar door op te treden als bestuurder in bv’s waarvan zijn cliënt aandeelhouder was.
De advocaat accepteerde in 2017 een opdracht van een cliënt die in financieel zwaar weer verkeerde. De cliënt was grootaandeelhouder in verschillende vennootschappen en vroeg de raadsman om onderzoek te doen naar diverse strafbare feiten waarvan hij slachteroffer zou zijn geworden.
Financiële situatie
Volgens afspraak hanteerde de advocaat daarbij de eerste drie maanden een ‘spoedtarief’ à 350 euro per uur. Zijn persoonlijke veiligheid zou in het geding zijn geweest door de opdracht, en de zaak was tijdrovend en spoedeisend.
Verder belooft de advocaat bij aanvang van de opdracht zoveel mogelijk maandelijks te declareren. Van het gebruikelijke voorschot wordt afgezien: de financiële situatie van zijn cliënt laat dat niet toe.
Na twee maanden blijkt dat de advocaat tot dan toe wekelijks ruim zestig uur heeft gedeclareerd. De cliënt en de advocaat besluiten op zoek te gaan naar een manier om de kosten te drukken van eerstgenoemde.
Vast tarief
Er wordt besloten om de advocaat als statutair directeur aan te stellen bij twee bv’s van de cliënt. Voor die posities, die hij beide voor twaalf uur per week bekleedt, strijkt de advocaat vijfduizend euro per maand op. Voor zijn adviesdiensten declareert hij vanaf dan vast dertig uur per week, tegen eerdergenoemd tarief van 350 euro.
En dan gaat het mis: vanaf het moment dat het vaste tarief is overeengekomen, ontvangt de cliënt tijdenlang geen facturen meer. Tot begin 2018, wanneer de advocaat plots honderden uren bij zijn cliënt en diens bv’s in rekening brengt. De bedragen zijn hallucinant: alleen al van de cliënt zelf – de vennootschappen buiten beschouwing gelaten – wil hij bijna 700 duizend euro ontvangen. Twee jaar later legt de pleiter zelfs conservatoire beslagen.
Declaratiegedrag
In de uitspraak neemt de raad eerst de bestuurdersrol van de advocaat onder de loep. De raad vindt het ‘onbetamelijk en onzorgvuldig tegenover de cliënt’ dat de advocaat belangentegenstelling niet heeft vermeden. Hij trad op als raadsman van zijn cliënt ‘en behartigde dus ook diens belangen in zijn hoedanigheid van aandeelhouder’. Dit terwijl de advocaat als bestuurder eveneens belangbehartiger was van de twee vennootschappen.
De raad beaamt echter vooral dat de advocaat ernstig tekort is geschoten in zijn declaratiegedrag. Hij stopte met periodiek (pro forma) declareren nadat hij overging op het vaste tarief van dertig uur per week – ondanks de toezegging dit maandelijks te doen – en specificeerde zijn werkzaamheden bovendien niet tijdig, niet of onvoldoende. Ook stopte de advocaat in de zomer van 2017, wederom vanaf de fixed fee, met het communiceren over het te hanteren uurtarief.
De advocaat declareerde tonnen, maar legde nauwelijks iets schriftelijk vast, is de conclusie. Zelfs in de periode dat de advocaat nog op uurbasis factureerde, de eerste drie maanden van de opdracht, registreerde hij zijn werkzaamheden niet goed.
Contemplatie
Bij het declareren van zijn werkzaamheden, begin 2018, ontbraken de specificaties zelfs helemaal. Deze stelde de advocaat pas twee jaar later op toen de rechtbank dit sommeerde nadat de cliënt over hem had geklaagd bij de Rotterdamse deken. Te laat, aldus de raad.
Bovendien twijfelt de raad aan de ‘waarachtigheid’ van de ingediende specificaties, die op z’n minst kleurrijk zijn te noemen. Zo werkte de advocaat, naar eigen zeggen, ongeveer zes maanden bijna elke dag voor zijn cliënt. Op een van die dagen zat de advocaat bovendien zelf in hechtenis, maar besteedde hij wel vijf uur aan ‘contemplatie’. Op andere dagen werkt de advocaat twintig tot dertig uur.
Ook feestdagen blijven niet onberoerd: de advocaat beweert in 2017, op eerste kerstdag, maar liefst vijftien uur te hebben gewerkt. Tot slot beweert de advocaat ook op het niet bestaande 31 september 2017 ruim twee uur werkzaamheden te hebben verricht voor zijn cliënt. De raad merkt daarbij op dat deze uren nog los staan van zijn werk als bestuurder.
Schrapping van het tableau
De raad tilt zwaar aan de misstappen van de advocaat. Met zijn hoge facturen zonder duidelijke specificaties is hij ernstig tekort is geschoten ten aanzien van zijn cliënt. Ook rekent de raad het de advocaat aan dat hij de advocatuurlijke kernwaarden partijdigheid en onafhankelijkheid heeft geschonden door op te treden als advocaat van de cliënt, alsook van de vennootschappen waarvan hij aandeelhouder was.
De raad is daarom van oordeel dat slechts de maatregel van schrapping van het tableau recht doet aan ‘de ernst van de gedragingen en nalatigheden’ waaraan de advocaat zich schuldig heeft gemaakt.
Klik hier voor de hele uitspraak