De neef en voormalig advocaat van Ridouan Taghi, Youssef T., verscheen maandag voor de tuchtrechter voor zijn handelen in het Marengoproces. Hij werd door de tuchtrechter geschrapt van het tableau, ondanks dat hij in februari 2022 zichzelf al had uitgeschreven.
De man was lid van het advocatenteam van Taghi en bezocht hem regelmatig in de EBI, waar Taghi vastzit. In oktober 2021 werd de advocaat aangehouden, nadat bekend werd dat hij berichten aan zijn neef had doorgegeven. Op 4 februari 2022 heeft T. zich als advocaat van het tableau uitgeschreven. Desondanks stond hij deze week voor de tuchtrechter, omdat hij volgens de deken onder andere de kernwaarden onafhankelijkheid, integriteit en geheimhouding ernstig schaadde. Daarnaast maakte hij misbruik van zijn beroepsgeheim en andere privileges.
Onherroepelijk vonnis
De deken onderbouwt deze punten met de door de rechtbank vastgestelde gebeurtenissen. Daaruit volgt volgens de deken onomstotelijk dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn functie als advocaat, omdat hij vanwege zijn rol als geheimhouder ervan uit kon gaan dat zijn gesprekken met zijn cliënt in de EBI vertrouwelijk waren. Dit vonnis van de rechtbank, wat de advocaat al 5,5 jaar cel opleverde, is inmiddels onherroepelijk.
De deken refereert ook aan het politieke debat dat is ontstaan na de gebeurtenissen, waarin de huidige regels rond het bezoek van advocaten aan verdachten in detentie onder spanning staan.
Verweer
T. voert verweer tegen de klachten van de deken. Volgens hem zouden de dekenklachten tegen hem ingetrokken worden als hij zich vrijwillig van het tableau zou laten uitschrijven. Dat heeft hij in februari 2022 gedaan, met het idee dat de tuchtklachten daarmee zouden komen te vervallen. De deken heeft bovendien ruim een jaar gewacht met het indienen van de klachten, ondanks de volgens de deken ‘zodanig ernstige maatschappelijke impact’. Dit is volgens T. in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Volgens de deken heeft haar voorganger ‘mede om veiligheidsredenen’ echter niet direct na de voorlopige hechtenis van T. een dekenbezwaar ingediend.
De raad is van mening dat de deken, ondanks eventueel eerder gemaakte afspraken tussen T. en de toenmalige deken, niets in de weg stond om alsnog het dekenbezwaar in te dienen. Het bezwaar is bovendien volgens de wet tijdig ingediend. De deken heeft gewacht tot het onherroepelijk worden van het strafvonnis, zodat zij haar punten daarmee kon onderbouwen. Dat is naar het oordeel van de raad een terechte afweging geweest.
Geschrapt
Doordat T. als advocaat van zijn gedetineerde cliënt en neef zijn wettelijke privileges als advocaat misbruikte, heeft dat geleid tot aangescherpte maatregelen in de EBI. Zijn handelen heeft volgens de raad niet alleen een ernstige impact en negatieve afstraling op de eigen beroepsgroep gehad, maar ook maatschappelijk tot veel onrust geleid.
T. hoort daarom, aldus de raad, ‘niet meer thuis in de advocatuur’. Ondanks zijn vrijwillige uitschrijving van het tableau wordt hij nu ook door de tuchtrechter geschrapt.
Lees hier de volledige uitspraak