Een Amsterdamse advocaat met een ‘lange antecedentenlijst’ is vorige week door de Raad van Discipline van het tableau geschrapt. Hij vroeg een cliënte om een deels contant voorschot van 5.000 euro, maar deed niets in haar echtscheidingszaak. De advocaat krijgt ook een voorwaardelijke boete van 7.500 euro, tenzij hij het voorschot aan de cliënte terugbetaalt.
De Amsterdamse deken Henrichs diende begin dit jaar naast een dekenbezwaar ook een verzoek in tot onmiddellijke schorsing van de advocaat en een kantooronderzoek in het kader van artikel 60c Advocatenwet, vanwege vermoedens van een ondeugdelijke kantooradministratie. Die twee verzoeken trok de deken in toen de advocaat liet weten dat hij zijn kantoor per 31 maart dit jaar had gesloten en zichzelf had uitgeschreven van het tableau.
Met de beëindiging van zijn praktijk komt hij echter niet uit onder een hard oordeel en een schrappingsmaatregel. De advocaat zou een kort geding beginnen en een ouderschapsplan opstellen voor de 5.000 euro die hij als voorschot had bedongen. De cliënte gaf hem hiervan 2.500 euro in contanten, in zijn auto en zonder een betalingsbewijs of een opdrachtbevestiging te ontvangen.
De advocaat liet na enkele mails van de vrouw niets meer van zich horen. Ze mailde hem hierop dat ze afzag van zijn verdere diensten en eiste haar 5.000 euro terug, maar hier reageerde de advocaat niet op. Ook diverse brieven van de deken, bij wie de vrouw een klacht had ingediend, bleven grotendeels onbeantwoord. De advocaat liet in spaarzame berichten wel weten dat ‘alle afgesproken werkzaamheden zijn verricht’ en dat ‘het voorschot is opgesoupeerd vanwege de bestede uren’, echter zonder hiervan enig bewijs voor te leggen. De nieuwe advocaat van de vrouw ontdekte al snel dat er niets was gebeurd met het dossier.
De Raad van Discipline verklaart klacht en dekenbezwaar gegrond en bevestigt dat de advocaat meerdere gedragsregels met voeten heeft getreden. Hij had een ‘omvangrijk dossier’ gevormd, aldus zijn verweer, maar de raad krijgt hiervoor geen verdere onderbouwing te zien. Daarnaast stelt de tuchtraad: ‘Door een contante betaling in ontvangst te nemen zonder daarvoor een betalingsbewijs te verstrekken en door geen adequate verantwoording voor zijn werkzaamheden aan klaagster af te leggen, heeft verweerder in strijd gehandeld met artikel 6.27 Voda en Gedragsregel 16 lid 3.’
De antecedentenlijst van de advocaat is lang, onderstreept de raad, reden te meer om hem van het tableau te schrappen. Hier bovenop komt een kostenveroordeling à 1.250 euro en een voorwaardelijke boete van 7.500 euro. Deze boete moet hij betalen ‘indien hij niet uiterlijk vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan klaagster een bedrag van € 5.000 (zijnde het door klaagster aan verweerder betaalde bedrag) heeft voldaan.’