Een advocaat die de indruk wekt onafhankelijk advies te kunnen geven aan zijn cliënt, terwijl hij in werkelijkheid partijdig was en het belang van een andere cliënt voorrang gaf. Volgens de klager is hij door de advocaat op het verkeerde been gezet door niet duidelijker te vermelden dat hij tevens voor de Staat optrad.
De man schakelde een advocaat in voor het opstellen van een advies. Het advies had betrekking tot misstanden bij verschillende instanties. Ten tijde van het aanvragen van het advies, was de man nog niet op de hoogte van het feit dat de advocaat tevens de Staat bijstond. Dat werd pas duidelijk gemaakt bij de levering van het advies.
Bij de uiteindelijke zittingen over de misstanden, werd de man niet bijgestaan door een advocaat. Ook is het advies uiteindelijk niet ingezien door een meer onafhankelijke advocaat; iets dat de man hem kwalijk lijkt te nemen.
Oordeel
Volgens de raad heeft de advocaat inderdaad ten onrechte de indruk gewekt dat hij zowel in het belang van de man als de Staat adviseerde. De advocaat had hem – continu – moeten informeren over zijn positie en had hem kunnen adviseren om een eigen advocaat te raadplegen, aldus de raad.
Het is aan een advocaat om er ten alle tijden zorg voor te dragen dat duidelijk is wat zijn hoedanigheid is en wie hij in een situatie vertegenwoordigt. Op 13 december 2018 heeft hij weliswaar aangegeven dat hij ook voor de Staat optrad en in geval van conflicterende belangen dat belang voorrang zou geven, maar in dezelfde alinea stelt hij dat dit geen beletsel zou vormen voor het uitbrengen van een advies aan de man.
Volgens de raad wekt de advocaat hierdoor – onterecht – de indruk dat hij zowel in het belang van de Staat én de man kan optreden en een onpartijdig en onafhankelijk advies uit kon brengen. De advocaat is “daarbij uit het oog verloren dat hij als advocaat van de Staat per definitie partijdig was (en dat ook moest zijn) en in die hoedanigheid gewoonweg geen onpartijdig of onafhankelijk advies kon uitbrengen.”
Bovendien wist de advocaat dat de man verder niet bijgestaan werd. De raad zegt hierover hetvolgende: “Verweerder had klager kunnen adviseren om over het door hem uitgebrachte advies zelf een advocaat te raadplegen. Wanneer er voor een dergelijke explicitering in de ogen van verweerder belemmeringen bestonden, dan had hij juist vanwege zijn partijdige rol zijn medewerking aan de bedachte “constructie” moeten weigeren.”
Maatregel
De advocaat is eerder nog niet in aanraking gekomen met de tuchtrechter. Het komt hem dan ook op een waarschuwing te staan. De raad heeft hierbij rekening gehouden met het feit dat sprake was van een uitzonderlijke situatie, waarin de advocaat onder hoge tijdsdruk moest handelen. Bovendien is de man uiteindelijk niet in zijn belangen geschaad.