De advocaat uit Heerlen die begin november werd veroordeeld tot zes maanden cel wegens belastingfraude en het bestelen van een oude dame, is op maandag 1 december door de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch van het tableau geschrapt. ‘Absoluut ongeoorloofde gedragingen,’ aldus de raad.
De Limburgse advocaat nam in 2014 de opdracht aan om de financiële zaken van een bejaarde vrouw te beheren. Van januari tot en met oktober dat jaar stortte hij via meerdere overboekingen bijna 50.000 euro van haar bankrekening naar zijn privérekening, zonder dat zij hiervan wist. Naar haar overlijden in augustus 2014 werd de advocaat tot executeur testamentair benoemd. In deze rol stal hij nog eens 2.200 euro van haar.
Verder werkte de advocaat tot eind 2015 als partner bij een advocatenkantoor. Toen hij dit kantoor verliet, had hij nog een negatief eigen vermogen openstaan van ruim 53.000 euro. Dat negatieve bedrag werd gereduceerd tot nihil en opgevangen door de andere partners. In zijn belastingaangifte gaf de advocaat echter aan dat hij dit bedrag zelf als een storting van zijn eigen kapitaal had ingebracht, waardoor hij te weinig belasting betaalde. Ook ontving hij bij zijn afscheid 125.000 euro aan goodwill. Dit bedrag verzweeg hij voor zijn accountant, waardoor het niet werd opgenomen in de belastingaangifte over 2016 en hij ook hierdoor te weinig belasting betaalde.
De rechtbank Oost-Brabant vond dit alles ernstig genoeg voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en legde de advocaat zes maanden cel op, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Twee dagen na de veroordeling trok de Limburgse deken aan de bel bij de Raad van Discipline met een verzoek om deze advocaat per direct te laten schorsen, ook al had hij zichzelf op dezelfde dag al van het tableau laten schrappen.
Ongeloofwaardige verklaring
Omdat er volgens de Bossche Raad van Discipline hierdoor geen sprake is van ‘een situatie die om onmiddellijk ingrijpen’ vraagt, wordt het dekenverzoek tot een onmiddellijke schorsing op grond van art. 60ab Advocatenwet afgewezen. Wel verklaart de tuchtrechter in een andere uitspraak het tegelijkertijd ingediende dekenbezwaar geheel gegrond, na te hebben geoordeeld dat de tuchtraad niet hoeft te wachten op de strafrechtelijke uitspraak in het hoger beroep dat de advocaat heeft ingediend. ‘Aan een tuchtrechtelijke beoordeling van aan een advocaat verweten gedragingen ligt een andere maatstaf ten grondslag dan aan een strafrechtelijke beoordeling van diezelfde feiten,’ stelt de raad.
Dat de geldstortingen richtingen zijn eigen rekening waren bedoeld voor onderhoud aan een woning uit de nalatenschap, kan de advocaat niet schriftelijk aantonen. En dat hij de 125.000 euro aan goodwill simpelweg was vergeten door te geven aan zijn accountant, gelooft de Raad van Discipline niet. ‘Van een integer handelend advocaat mag worden verwacht dat hij zijn accountant volledig informeert,’ zo staat in de uitspraak.
Al met al is er sprake van ‘absoluut ongeoorloofde gedragingen’, concludeert de raad. Die verwijst bovendien naar een beslissing van het Hof van Discipline van twee jaar geleden, waarbij dezelfde advocaat nog een voorwaardelijke schorsing kreeg na zijn belofte dat hij zijn leven zou beteren. Enkele dagen na die beslissing werd hij door de politie verhoord over de geldstortingen en zijn belastingaangiften, waarover hij echter niets vertelde aan de tuchtrechter, de deken of kantoorgenoten.
‘Gelet op de eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen van verweerder en hetgeen verweerder in deze zaak tuchtrechtelijk wordt aangerekend, is er naar het oordeel van de raad sprake van een zich herhalend patroon […],’ concludeert de Raad van Discipline, die schrapping van het tableau oplegt. ‘Naar het oordeel van de raad is het onder die omstandigheden niet verantwoord dat verweerder de praktijk als advocaat uitoefent.’
Klik hier voor de schrappingsbeslissing