Een Eindhovense strafrechtadvocaat is deze week van het tableau geschrapt omdat hij bij zijn vorige kantoor jarenlang contant geld van cliënten aannam en voor zichzelf hield, zo’n 30.000 euro. Ook accepteerde hij een nieuw maatpak en een reparatie aan zijn auto, en stuurde hij ‘ongepaste’ berichtjes naar de vrouw van een gedetineerde cliënt. Zijn voormalige werkgever heeft aangifte gedaan wegens verduistering.
De advocaat was zeven jaar werkzaam bij zijn vorige kantoor in Eindhoven. Hij voltooide er zijn stage en bleef er daarna werkzaam als advocaat-medewerker. Per 1 november 2017 begon hij met een compagnon een eigen kantoor. Volgens de uitspraak van de Raad van Discipline ontdekte zijn voormalige werkgever kort na zijn vertrek bij toeval dat hij zeker tweeënhalf jaar lang geregeld contant geld aannam van cliënten – zonder nota’s te versturen – en dat hij deze bedragen stiekem in eigen zak stak.
Pas na deze ontdekking, eind januari dit jaar, biechtte de advocaat de diefstal op: hij had op deze manier zeker 30.000 euro aangepakt in een poging zijn financiële problemen op te lossen. Een aanzienlijk deel van dit geld had hij bovendien aangenomen in toevoegingszaken. Ook had hij van cliënten uit blijk van waardering een maatpak van 900 euro gekregen, en een autoreparatie ter waarde van 1000 euro. Verder vermeldt de uitspraak van de Raad van Discipline nog ‘nauwe contacten’ en ‘ongepaste whatsapp-berichten’ van de advocaat met de echtgenote van een cliënt, die op dat moment in de cel zat.
De advocaat gaf in een gesprek met de deken en zijn voormalige werkgever aan de bedragen netjes te zullen terugbetalen. Dat heeft zijn vorige kantoor er echter niet van weerhouden om aangifte tegen hem te doen wegens verduistering in dienstbetrekking. En de deken diende een dekenbezwaar in: op 1 maart schorste de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch de advocaat al voor onbepaalde tijd, om hem afgelopen maandag 5 maart van het tableau te schrappen.
De raad vindt het met name problematisch dat de advocaat werkzaam is in het strafrecht, ook al claimt hij zelf intussen sterker in zijn schoenen te staan. ‘Juist in die praktijk is het risico aanwezig van blootstelling aan invloeden en verleidingen, waaraan de advocaat weerstand moet kunnen bieden,’ aldus de raad. ‘Verweerder heeft door zijn handelen duidelijk gemaakt dat hij onvoldoende weerbaar is voor deze verleidingen. Het ongepaste gedrag jegens de partner van zijn eigen cliënt die op dat moment gedetineerd was, is daar een voorbeeld van.’
Een tweede kans waar deze advocaat om vraagt, kan hij daarom vergeten: ‘Verweerder heeft zich in een onmogelijke positie gebracht. Dat verweerder zich zelf schuldig heeft gemaakt aan diverse strafbare feiten, maakt hem als advocaat extra kwetsbaar en bovendien chantabel.’
Daarbij rekent de raad het hem zwaar aan dat hij zijn vorige werkgever pas inlichtte over de verduistering na de ontdekking ervan, en dat hij de compagnon met wie hij op 1 november een kantoor opende helemaal niets had verteld. ‘Indien hij daadwerkelijk wroeging zou hebben gekregen en echt schoon schip had willen maken, had het op de weg van verweerder gelegen om ook zijn nieuwe compagnon vooraf te informeren over zijn handelen.’