De administratieve schrapping van het tableau – uitgevoerd door Beheer Advocaten Registratie van de Orde – en de plaatsing van de naam van de advocaat op de lijst van geschrapte advocaten zijn feitelijke handelingen, en geen besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Bezwaar tegen deze handelingen zijn daarom door Orde van Advocaten terecht niet-ontvankelijk verklaard, aldus de Rechtbank Noord-Holland in een uitspraak van 22 augustus jongstleden.
Door Lucien Wopereis
Het gaat in deze zaak om een voormalige advocate die op 17 oktober 2016 met onmiddelijke ingang van het tableau werd geschrapt. Ze maakt bezwaar tegen de schrapping en de publicatie van haar naam op de lijst van geschorste en geschrapte advocaten, maar de Orde verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
De advocate stapt daarop naar de rechter. Die doet de zaak zonder zitting af. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht biedt die mogelijkheid als ‘het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat’. De rechter is van oordeel dat de Orde de bezwaren terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De advocate komt vervolgens in verzet tegen die beslissing, maar volgens de verzetrechter heeft rechtbank het bezwaar terecht afgewezen. ‘De feitelijke schrapping van het tableau en de plaatsing op een openbare lijst waarop melding wordt gemaakt van deze schrapping zijn feitelijke handelingen en geen besluiten in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Dat aan deze handelingen meerdere beslissingen ten grondslag liggen, zoals [opposante] heeft gesteld, maakt dat niet anders,’ aldus de rechter.
Tegen de uitspraak van de verzetrechter staat geen rechtsmiddel meer open.