Enkel Nederlands arbeidsrecht was voor Stephan Swinkels te beperkt. De internationale advocatuur, dat trok hem pas echt. Dus werkte hij negen jaar bij Baker & McKenzie en was hij directeur van L&E Global, een internationaal verbond van 21 arbeidsrechtkantoren. Deze maand zette Swinkels een volgende stap: hij werd partner bij de New Yorkse vestiging van Littler Mendelson, het grootste Amerikaanse arbeidsrechtkantoor. “Dit is wat ik altijd al wilde.”
Door Joris Rietbroek
Swinkels is de eerste niet-Amerikaanse partner van Littler, dat ruim elfhonderd advocaten telt. Sinds 2013 breidde het kantoor uit naar meerdere landen in Midden- en Zuid-Amerika. Nu is Europa aan de beurt: sinds eind vorig jaar gaat het Duitse arbeidsrechtkantoor Vangard door het leven als Littler Global. Swinkels, die zich in het verleden specialiseerde in onder meer herstructureringen en compensation & benefits, is sinds 1 augustus vanuit Amsterdam verantwoordelijk voor de coördinatie en verdere uitbouw van de internationale praktijk.
Sinds het moment dat Swinkels als stagiair bij Clifford Chance naar Washington DC mocht voor een deal, wist hij zeker wat hij wilde. ‘De wereld van Peter Stuyvesant achterna’, zoals hij het zelf met een knipoog omschrijft. Bij Baker & McKenzie in Amsterdam was hij dan ook als een vis in het water: “Veel reizen, werken met veel internationale kantoren in grote zaken, veel samenspraak met Amerikaanse advocaten, ik vond het fantastisch.”
Na negen jaar nam hij toch afscheid van Baker & McKenzie om zich tijdelijk in Berlijn te vestigen. Daar werd hij door een Duits arbeidsrechtkantoor benaderd met het plan voor een internationale samenwerking tussen andere arbeidsrechtkantoren. Dat werd uiteindelijk L&E Global, waarvan Palthe Oberman in Amsterdam het Nederlandse lid was. Inmiddels telt L&E Global 21 aangesloten kantoren in evenveel landen.
Geen parelketting, maar een diamant
Als directeur van L&E Global maakte Swinkels nader kennis met Littler Mendelson, in wezen een grote concurrent voor het Amerikaanse L&E-lid Jackson Lewis. “Je komt je concurrenten immers tegen op internationale congressen. je raakt met elkaar aan de praat, en zo groeide mijn bewondering voor Littler: hun visie bleek de mijne,” vertelt hij. “Dit kantoor zette niet in op een netwerk van kantoren, op een parelketting met allemaal losse pareltjes, maar op één wereldwijde diamant.”
Van het ene gesprek kwamen meer gesprekken, totdat Swinkels afgelopen juli het aanbod kreeg om partner te worden bij de New Yorkse vestiging van Littler. “Daar kon ik geen nee tegen zeggen; dat wilde ik altijd al.” En ja, hij is best trots, zonder dat hij zichzelf op de borst wil kloppen. “Er zitten maar weinig Nederlandse advocaten in de maatschap van een Amerikaans kantoor, wat toch iets anders is dan een Nederlands partner van een plaatselijke vestiging van een Amerikaans kantoor.”
Internationale strategie
Voor Swinkels komen met deze nieuwe baan twee bewegingen binnen de advocatuur samen, die hij zelf tevens als zijn stokpaardjes ziet: specialisering en internationalisering. “Arbeidsrecht draaide vroeger vooral om hiring and firing,” schetst hij. “Tegenwoordig spelen steeds meer aspecten als health & safety, data protection, social media en discriminatie een steeds grotere rol. Ook al komt er steeds meer bij, arbeidsrecht blijft een specialisatie. Intussen zie je in de internationale advocatuur steeds meer samenwerkingen en fusies ontstaan, zie ook de opkomst van een megakantoor als Dentons. In mijn optiek vereist zo’n ontwikkeling voor kantoren die serieus mee willen doen een scherpe internationale strategie. Heb je die niet, dan blijf je lokaal of je redt het simpelweg niet.”
Daarbij ziet Swinkels dat arbeidsrechtzaken op het niveau van zijn nieuwe kantoor nagenoeg uitsluitend internationaal getint zijn. “Bij mijn zaken draait het om minimaal twee landen, maar meestal om meer. Denk aan een in 25 landen gevestigde onderneming die wil reorganiseren. Dan wil zo’n cliënt niet 25 plaatselijke advocatenkantoren inschakelen. Dat moet dan in één keer goed gebeuren.”
Coördinatie en samenwerking
Net als in zijn voorgaande functie is een deel van Swinkels’ werkzaamheden coördinerend van aard. “Ik val onder de international practice group,” vertelt hij. “Mijn voornaamste doel is het stimuleren, opzetten en verbeteren van de internationale praktijk. Als er een cliënt is met een zaak die speelt in een aantal Europese landen, dan kom ik erbij. Ik coördineer, werk samen met buitenlandse advocaten, onderhoud het cliëntcontact en zorg dat de partner van wie die zaak afkomstig is erbij betrokken blijft.”
In wezen zorgt hij ervoor dat die 1100 Amerikaanse Littler-advocaten goed begrijpen hoe je internationaal een arbeidsrechtzaak doet, bijvoorbeeld een herstructurering of op het vlak van internationale advisering. “Een grote cliënt wil bijvoorbeeld meer weten over trade unions in zeven afzonderlijke Europese landen. Of een Amerikaanse werkgever die een Australiër in dienst heeft wil deze werknemer in Nederland stationeren. Dat zijn typisch van die vraagstukken die ik uitzoek. Ik neem het Nederlandse deel voor mijn rekening en schakel daarnaast andere Europese advocaten uit ons netwerk in.”
Daarnaast heeft Swinkels de complexe taak om de samenwerking tussen het Amerikaanse moederschip en de vestigingen buiten de VS verder te bespoedigen, inclusief de dertien kantoren in Midden- en Zuid-Amerika. “In deze rol ben ik ook half diplomaat, half missionaris,” zo giet hij deze taak in een metafoor. “Aan de ene kant probeer ik op een diplomatieke manier het internationale werk uit te breiden. Cultuurverschillen spelen daarin een grote rol. Overal zitten goede advocaten, maar begrijpt die Mexicaanse advocaat wel goed hoe een Amerikaans kantoor werkt? Weet een Duitse advocaat hoe iemand in Costa Rica zaken doet? Als missionaris is mijn voornaamste taak preaching the international hymn. Zoals gezegd is internationalisering superbelangrijk. Onze cliënten wensen dat, maar onze concurrenten zijn ook niet gek. We hebben nu een voorsprong, maar die kun je zomaar kwijtspelen.”
Dataspecialisten
De aanwezigheid van data protectie- en big data-specialisten op het kantoor draagt onder meer bij aan die voorsprong. Niet voor niets liggen de wortels van Littler Mendelson in San Francisco, nabij Silicon Valley. “Er is zelfs een partner met als enige taak dataprotectie binnen het kantoor, want een breach is volstrekt uit den boze,” vertelt Swinkels enthousiast. “Ook zijn er big data-specialisten in dienst, die niets anders doen dan het verwerken van enorme hoeveelheden data en bedenken wat we ermee kunnen voor onze cliënten. Wat kunnen we bijvoorbeeld leren van de hoogte van schikkingen of gerechtelijke uitspraken in bepaalde staten?”
Intussen is de kantoorcultuur van Littler volgens Swinkels ‘superprofessioneel, maar menselijk’. “Arbeidsrecht is natuurlijk al wat ‘aardiger’, wat zachter dan corporate, en dat zie je terug. Er heerst een enorm groepsgevoel. You must be willing to play together in the sandbox, dat idee. Men is veeleisend, maar realistisch. Ik heb kortom niet het gevoel dat ik bij ‘The Firm’ ben beland.”
Groei
Swinkels doet veel als kersvers partner, maar hij houdt zich niet bezig met de groeistrategie van Littler, zegt hij desgevraagd. Daarbij: “Natuurlijk is er interesse in groeimarkten, maar consolideren is op dit moment belangrijker. Zo valt er zoals gezegd nog winst te behalen in de samenwerking tussen de bestaande vestigingen. Als we kunnen groeien, zullen we dat zeker doen, maar we zijn nu niet op koopjesjacht door Europa. Als we nichekantoren tegenkomen die geschikt zijn om onderdeel te worden van Littler, dan staan we daar voor open, maar wel op een voorzichtige manier.”
Vooralsnog is Littler dan ook geen concurrent voor Nederlandse arbeidsrechtpraktijken, stelt Swinkels. “Ten eerste ben ik in mijn eentje geen arbeidsrechtpraktijk, ten tweede is mijn focus puur internationaal gericht. Mocht er een Nederlands Littler-kantoor komen, dan is dat natuurlijk wel een directe concurrent, maar daar is nu geen sprake van.”