Veel websites zijn onvoldoende duidelijk voor mensen met een beperking. Vanaf juni 2025 geldt echter op grond van de European Accessibility Act de verplichting om websites en andere digitale producten voor iedereen goed toegankelijk te maken.
In Nederland wonen ongeveer twee miljoen mensen met een beperking, waarvan meer dan 300.000 met een visuele beperking. Naar verwachting zal dit aantal toenemen naarmate de bevolking vergrijst. Mensen met een (visuele) beperking kunnen websites niet altijd goed gebruiken. Stel: een slechtziende bezoeker wil graag een product online kopen. Maar doordat hij op de website van de verkoper alleen met een muis kan navigeren, komt hij niet verder dan de homepagina. Het liefst gebruikt de bezoeker sneltoetsen, omdat dit minder visuele inspanning vraagt. Maar dit moet wel mogelijk zijn.
Doordat websites niet voor iedereen goed toegankelijk zijn, zijn bezoekers van de site beperkt in hun gebruik en lopen ondernemers potentiële klanten en omzet mis.
European Accessibility Act
Om online producten en diensten voor alle Europeanen toegankelijk te maken, is de European Accessibility Act (EAA of Toegankelijkheidsrichtlijn) opgesteld. De EAA is gericht op digitale toegankelijkheid en geeft regels die gelden voor alle lidstaten van de Europese Unie. Het doel van de richtlijn is om de wetgeving rondom digitale toegankelijkheid in de gehele EU gelijk te trekken.
Wat valt er onder de richtlijn?
De European Accessibility Act is van toepassing op verschillende digitale producten en diensten:
- Computers en besturingssoftware
- E-books
- Webshops
- Pinautomaten, ticketservices en incheckmachines
- Smartphones
- TV-apparatuur met betrekking tot digitale televisiediensten
- Telecommunicatiediensten, zoal de apps en websites van je provider
- Audiovisuele mediadiensten, zoals Netflix, Videoland en Spotify
- Online en offline diensten die te maken hebben met transport, zoals kaartjesautomaten, apps en websites
- Bankdiensten voor consumenten, zoals internetbankieren
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen producten die in de EU geproduceerd worden of daarbuiten. Alle producten die hier verkocht worden, moeten voldoen aan de eisen. Kleine onderneming met minder dan tien werknemers en een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste twee miljoen euro zijn wel deels uitgezonderd van de verplichtingen.
Verplichtingen
De toegankelijkheidseisen in de EAA gaan best ver. “Specifieke toegankelijkheidseisen zijn van toepassing op alle producten en diensten die onder de wetgeving vallen, op voorwaarde dat deze hun fundamentele aard niet wijzigen of een onevenredige last opleggen aan exploitanten.”
Producten moeten daarbij zo worden ontworpen en geproduceerd dat zij het gebruik door personen met een handicap zo veel mogelijk bevorderen en voldoen aan gedetailleerde voorschriften betreffende informatie en instructies, het ontwerp van de gebruikersinterface en van de functionaliteit, ondersteunende diensten en verpakking.
In Bijlage I van de EAA worden de vereisten gegeven waaraan de producten en diensten moeten voldoen. Bijlage II geeft vervolgens niet-bindende voorbeelden van de manier waarop aan de verschillende toegankelijkheidsvoorschriften kan worden voldaan.
Zo gaat de eis gelden dat de informatie over het gebruik van het product die op het product zelf is aangebracht (etiketten, instructies en waarschuwingen etc.) beschikbaar wordt gesteld via meer dan één zintuiglijk kanaal (artikel 1, sub a, onder i van Bijlage I).
In Bijlage II wordt aangegeven hoe aan dit vereiste uitvoering kan worden gegeven, waarbij een pinautomaat als voorbeeld wordt genomen. Er moet visuele en tactiele (door aanraken, dus bijvoorbeeld braille) informatie of visuele en auditieve informatie worden aangeboden over de plaats waar een (betaal)kaart in een zelfbedieningsterminal moet worden ingevoerd, zodat blinden en doven gebruik kunnen maken van de terminal.
De EAA is qua eisen gebaseerd op de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG). Deze richtlijnen geven de toegankelijkheidseisen voor webcontent. De websitebezoeker moet alle informatie en andere componenten van een website kunnen waarnemen.
Deze toegankelijkheidseisen voor webcontent (WCAG 2.1) bestaan uit vier uitgangspunten (principes genoemd):
- Waarneembaar: gebruikers moeten de inhoud en navigatie-elementen kunnen identificeren. Voor het grootste deel van gebruikers gaat dit via het scherm van een computer of telefoon. Voor andere gebruikers wordt geschreven content opgelezen via een schermlezer of vertaald naar braille.
- Bedienbaar: alle gebruikers moeten de interactieve elementen van een website of app kunnen gebruiken. Deze moeten dus niet alleen met een muis bedienbaar zijn, maar ook met een toetsenbord of spraakopdracht gebruikt kunnen worden.
- Begrijpelijk: websites die begrijpelijk zijn, vormen voor gebruikers geen drempel om te gebruiken. Er moet als het ware een logische structuur in websites en apps zitten.
- Robuust: deze term slaat op de universele en blijvende toegankelijkheid van websites en apps. Deze digitale producten moeten met alle software en hardware te gebruiken zijn, zodat niemand wordt buitengesloten.
Deze vier uitgangspunten zijn weer onderverdeeld in richtlijnen en succescriteria. De WCAG kan gebruikt worden als een checklist om een website of app te toetsen aan de digitale toegankelijkheid. Opmerkelijke daarbij is dat de WCAG zelf niet erg toegankelijk zijn. Zeker voor een digitaal beperkt persoon zijn de richtlijnen moeilijk te lezen.
Vanaf 2025
De EAA is in 2019 aangenomen door de Europese Unie. De richtlijn moest uiterlijk op 28 juni 2022 zijn omgezet in nationale wetgeving in de EU-landen. Dat is veel landen, waaronder Nederland, niet op tijd gelukt. Vanaf 28 juni 2025 moeten de EU-landen de maatregelen toepassen. De landen mogen dienstverleners die hun voorzieningen al vóór 28 juni 2025 rechtmatig gebruikten, vijf jaar extra geven (tot 28 juni 2030). Voor overheidswebsites geldt de verplichting om digitaal toegankelijk te zijn al langer (sinds september 2020).
Terugwerkende kracht?
De wetgeving heeft in principe geen terugwerkende kracht. De EAA stelt dat producten die vanaf juni 2025 gepubliceerd worden, moeten voldoen aan de toegankelijkheidsrichtlijnen. Voor webshops betekent dit dus niet dat álle webshops moeten voldoen, maar alleen de webshops die vanaf 2025 gepubliceerd worden. Maar, wat is het verschil tussen een volledig nieuwe webshop en een update aan een bestaande webshop? Hoogst waarschijnlijk valt ook een website die vanaf juni 2025 bijgewerkt wordt onder de nieuwe regels.
Handhaving en boetes
Het toezicht op de mate waarin bedrijven voldoen aan de EAA wordt door de lidstaten zelf gedaan. De Nederlandse overheid is dus verantwoordelijk voor de controle op de digitale toegankelijkheid van het bedrijfsleven in Nederland. Bedrijven die niet voldoen aan de EAA kunnen vanaf juni 2025 door de Nederlandse overheid beboet worden. De inhoud en omvang van de boetes is nog niet bekend.
Wat nu?
Hoewel de deadline van juni 2025 ver weg lijkt, is het verstandig om proactief te zijn en de toegankelijkheid van uw website vroegtijdig te beoordelen. Men komt hierbij een heel eind door zich te verplaatsen in een persoon met een visuele of andere beperking. Waar loopt diegene tegenaan bij het gebruik van de website, de dienst of het product? Vervolgens moet er gekeken worden naar oplossingen. Voor slechtzienden kan de geschreven tekst gesproken worden aangeboden. Filmpjes worden ondertiteld. Gebruikers met motorische beperkingen, waaronder veel ouderen, vinden het navigeren met een muis over een website ingewikkeld. Zij gebruiken liever hun toetsenbord.
Algemeen geldt: bied informatie niet in één vorm aan, dus niet alleen tekst of beeld, maar in verschillende vormen. Maak ook de bediening op verschillende manieren mogelijk. En zorg dat de geboden informatie zo duidelijk mogelijk is, zowel visueel (contrast, lettertype en -grootte etc.), maar ook wat betreft structuur en opbouw. Dergelijke aanpassingen zijn bovendien voor alle gebruikers fijn.