“Peer-to-peer lending kan uitgroeien tot een volwaardig alternatief voor bankfinanciering. Een van de voorwaarden hiervoor is dat platformen de ruimte krijgen om te innoveren.” Martha Buit schreef een scriptie over dit onderwerp en is daarmee één van de finalisten van de FRP Scriptieprijs.
“Een manier waarop leners en uitleners tot geldtransacties kunnen komen, in principe zonder tussenkomst van traditionele instanties zoals een bank. Zo kun je peer-to-peer lending in het kort beschrijven,” legt Martha Buit uit. “Het vindt plaats via een internetplatform waar leners en uitleners elkaar kunnen vinden.”
Voor haar scriptie onderzocht Buit de rol van deze platformen ten opzichte van de lener. Daarvoor heeft zij empirisch onderzoek verricht naar de verschillende bedrijfsmodellen die dergelijke platformen hanteren. Op basis daarvan is ze nagegaan of, en zo ja, in hoeverre de juridische kwalificatie en het niveau van consumentenbescherming verschilt tussen de modellen.
Behoorlijk streng
“Omdat we nog maar weinig over dit soort platformen weten, worden ze in Nederland behandeld als traditionele kredietverstrekkers, zoals banken,” licht ze toe. “Terwijl ze dat niet zijn, en ook niet willen zijn. Uit mijn onderzoek volgt dat het van het specifieke bedrijfsmodel van een platform afhangt of het wettelijk kader van een kredietverstrekker als bedoeld in de Wet financieel toezicht van toepassing is. Alleen zie je in Nederland dat de Autoriteit Financiële Markten ze hoe dan ook als kredietverstrekkers aanmerkt. Dat wettelijk kader is behoorlijk streng, waardoor platformen weinig ruimte krijgen om te innoveren.”
De ruimte geven
“Vanuit consumentenbeschermingsrechtelijk perspectief is deze keuze alleszins te begrijpen. Tegelijkertijd moeten we ons afvragen welke rol peer-to-peer lending in de kredietmarkt moet spelen. Als deze financieringswijze een volwaardig alternatief moet worden naast bankfinanciering, dan is het dus de vraag of we het allemaal zo dicht moeten timmeren en ’traditioneel’ moeten reguleren. Oog hiervoor is des te belangrijker als men ervan uitgaat dat peer-to-peer lending bedoeld is om een bredere consumentenpopulatie te voorzien van financiering.”
Promoveren
Finalist zijn voor de FRP Scriptieprijs is voor Martha een enorme opsteker. “Het is geweldig dat zo”n vooraanstaande en inhoudelijk deskundige jury mijn scriptie heeft gelezen, zo goed beoordeelde en daarmee zegt: we willen graag meer van jou zien. Dat moedigt mij natuurlijk enorm aan, zeker nu mijn scriptie aan de wieg staat van mijn promotieonderzoek.” Na een aantal stages bij de rechterlijke macht en in de advocatuur, koos Martha toch voor de wetenschap. Sinds februari 2019 is zij als promovendus verbonden aan de vakgroep Staatsrecht, Bestuursrecht en Bestuurskunde en het Groningen Centre for European Financial Services Law.
Nog wel even druk
De toekomst? Die is nog niet in steen gebeiteld. “Ik vind promoveren een leuke uitdaging. Het is geweldig om zoveel tijd te krijgen om diep in een onderwerp te duiken, met daarnaast zoveel persoonlijke ontwikkelingsruimte. Maar mijn fascinatie voor de rechtspraktijk begint af en toe ook te kriebelen. Misschien is dit onlosmakelijk verbonden met een liefde voor financieel recht en fintech. Daarom sluit ik werken in de advocatuur of bij een toezichthouder niet uit, met de mogelijkheid om de wetenschap te combineren. Maar voorlopig kijk ik nog niet verder dan het behalen van mijn proefschrift, wat voor 2023 op de agenda staat. Daarna zie ik wel weer waar mijn interesses me heen leiden.”
Gratis te lezen
Het artikel van Martha Buit (Master Rechtswetenschappelijk Onderzoek, Rijksuniversiteit Groningen) is onlangs gepubliceerd in het tijdschrift Financieel Recht in Praktijk onder de naam ‘Consumenten-peer-to-peer lending-platformen als kredietaanbieders. Een heroverweging noodzakelijk?’.