Correspondent Erik Jan Bolsius liep de marathon van Rotterdam en had er een prachtige ervaring die hij meeneemt in zijn werk. Iets voor de (solistische) advocaten die dit lezen?
Nee, dit verhaal gaat niet over hoe geweldig sportief ik ben, of hoe knap het is dat ik een marathon heb gelopen. En ook niet over hoe nuttig het voor me is om regelmatig mijn hoofd leeg te lopen (al is dat wel zo). Die borstklopperij laat ik graag aan het instagrammende en twitterende deel van de hardlopers. Het gaat over een paar lessen die me in die iets meer dan vier uur toevielen.
Eenpitters
Als enthousiast hardloper ben je per definitie een solist, dacht ik altijd. Net als al die eenpitters in de advocatuur, of zelfs die advocaat die op een groot kantoor werkt, maar toch zijn eigen praktijk heeft. Ik vind het wel iets heroïsch hebben. Je bent verantwoordelijk voor je eigen succes, je faalt ook in je eentje.
Dat laatste, falen, gebeurde me twee weken geleden in Rotterdam. Al op de helft van de marathon stortte ik in. Ondanks de intensieve trainingen en de goede voorbereiding, ging het helemaal niet meer. Te enthousiast gestart, of de vorm van de dag ontbrak, of allebei. En toen gebeurde het: na een paar zware kilometers hoorde ik een stem achter me. “Omarm de pijn, het is een mindfuck” en “Kom, we gaan winegums stelen, wie er het eerst een heeft”.
Held
Ik keek achterom, een beetje geërgerd, want ik was aan het afzien en kon die peptalk er echt niet bij hebben. Wie was dat, ken ik die man? Op zijn startnummer stond zijn voornaam, Jacob, ik had hem nooit eerder gezien. Maar Jacob werd mijn held die middag, ik ging zijn hulp enorm waarderen. Hij bleef tot een paar kilometer voor de finish bij me: “Je loopt een marathon nooit alleen”, was zijn verklaring.
Net voorbij de eindstreep stond hij me op te wachten, ontroerd viel ik hem in zijn armen, mijn onbekende redder. Dankzij Jacobs totaal onbaatzuchtige hulp, die stem die constant een meter achter me liep en me aanmoedigde nog even door te zetten, haalde ik het tot de Coolsingel. In een belabberde tijd, maar who cares? Ik had die middag geleerd dat je er, zelfs in de meest solistische sport die er is, niet alleen voor staat. Wat neem ik mee naar mijn werkende leven?
Geniet wat meer
Mijn prestatie evaluerend suggereerde een meelevende vriend dat het toch wel zonde was van al die trainingsarbeid die ik erin had gestoken, want mijn beoogde eindtijd had ik bij lange na niet gehaald. Zonder aarzeling kon ik het tegendeel beweren. Elke training was het waard, de weg ernaartoe was heerlijk, daar deed het mindere eindresultaat op die ene wedstrijddag helemaal niks aan af. De les, ook en vooral voor mijn werkende leven? Geniet wat meer van de dagelijkse stappen die je maakt. Cliché? Misschien, maar ik kan het mezelf niet genoeg vertellen, want dat gaat nog best vaak mis.
Helpende hand
En voor mij als zelfstandige, en misschien ook voor de eenpitters die dit lezen is de les: vraag of accepteer wat vaker hulp uit je omgeving. Als het even tegenzit in mijn werk heb ik de neiging om in mijn eentje door te modderen, om het zwoegend en ploegend voor elkaar te krijgen.
Maar waarom zou ik niet eens vaker kijken of er een Jacob achter me loopt, een onbaatzuchtige held die zijn hulp aanbiedt? Voor een project dat vastzit, heb ik gelijk die week een mail gestuurd naar iemand van wie ik hoopte dat hij een keer mee wil denken. “Natuurlijk”, was het snelle antwoord. En andersom werkt het ook: nu ik weer heb ervaren hoe welkom is als iemand een helpende hand uitsteekt, heb ik zelf ook direct mijn diensten aangeboden bij een vrijwilligersklus.