Op 24 maart bevestigde de Hoge Raad in de procedure tussen FNV en Deliveroo dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo werkzaam zijn op basis van de arbeidsovereenkomst. Dat de bezorgers de vrijheid hebben om te bepalen wanneer zij willen werken of om zich te laten vervangen maakt dit niet anders.
Deliveroo biedt een bezorgdienst aan van de maaltijden van restaurants naar de klanten. Tot 2018 waren de bezorgers in dienst van Deliveroo op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Per 18 februari 2018 heeft Deliveroo besloten de arbeidsovereenkomsten met de bezorgers niet meer te verlengen. Vanaf 1 juli 2018 werken de bezorgers slechts op basis van een overeenkomst van opdracht bij Deliveroo.
Om bestellingen te ontvangen moeten de bezorgers een app op hun telefoon installeren en ze bepalen zelf of, wanneer, waar en voor hoelang zij willen werken. Deliveroo betaalt de bezorgers een vast bedrag per bestelling.
Standpunt Deliveroo
In eerdere procedures hebben de kantonrechter en het hof geoordeeld dat de bezorgers van Deliveroo werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Tegen dit laatste oordeel kwam Deliveroo in cassatie.
Deliveroo stelde dat de bezorgers de vrijheid hebben om te bepalen wanneer zij willen werken, opdrachten mogen weigeren en zich mogen laten vervangen. Daarom is volgens Deliveroo geen sprake van een arbeidsovereenkomst.
Oordeel Hoge Raad
Op 24 maart verwees de Hoge Raad allereerst voor de kwalificatie van de overeenkomst tussen de bezorger en Deliveroo naar het arrest X/Gemeente Amsterdam van 6 november 2020. Als uitgangspunt geldt dat art. 7:610 BW de arbeidsovereenkomst omschrijft als de overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt ‘in dienst van’ de werkgever tegen ‘loon’ ‘gedurende zekere tijd’ ‘arbeid’ te verrichten.
Deze kwalificatie moet gebeuren aan de hand van de rechten en verplichtingen die partijen zijn overeengekomen. Welke rechten en verplichtingen dat zijn moet aan de hand van het Haviltex-criterium worden vastgesteld. Als de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst, moet de overeenkomst als zodanig worden aangemerkt. Voor deze kwalificatie is niet van belang of partijen de bedoeling hebben gehad om de overeenkomst aan te merken als een arbeidsovereenkomst.
Vrijheid om te werken en opdrachten te weigeren
De Hoge Raad oordeelde dat de vrijheid om al dan niet op het werk te verschijnen en om opdrachten al dan niet te aanvaarden op zichzelf het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet uitsluit. Bij het bepalen of er sprake van een arbeidsovereenkomst is meer van belang wat er geldt indien de bezorger wel verschijnt en een opdracht tot werk aanvaardt, en de frequentie waarmee en de duur waarvoor dat meestal geschiedt.
Vrijheid om zich te laten vervangen
De Hoge Raad oordeelde verder dat de vrijheid om zich te laten vervangen op zichzelf niet onverenigbaar is met het bestaan van een arbeidsovereenkomst, en moet worden beoordeeld in combinatie met de andere omstandigheden van het geval. Het hof heeft daarbij onder andere geoordeeld:
- dat Deliveroo kennelijk weinig eisen stelt aan de toestemming die zij aan een bezorger geeft om zich te laten vervangen;
- dat wel sprake is van een situatie dat een bezorger zich af en toe kan laten vervangen;
- maar dat niet gebleken is dat zich de situatie voordoet dat een bezorger zich permanent door iemand anders, zonder dat dit door Deliveroo is geaccepteerd, laat vervangen; en
- dat niet mogelijk lijkt dat een bezorger in overleg met Deliveroo zijn werkzaamheden door verschillende vervangers tegelijk laat uitvoeren, waardoor dit een verdienmodel kan worden.
Deze omstandigheden komen erop neer dat de bezorgers hun werk niet vaak door een ander zullen laten verrichten en dat de daadwerkelijke betekenis van deze vervangingsmogelijkheid voor de bezorgers gering is.
Conclusie
Het oordeel van het hof dat de overeenkomsten van de bezorgers met Deliveroo als arbeidsovereenkomst moeten worden gekwalificeerd is volgens de Hoge Raad dan ook niet onjuist. Het oordeel is ook voldoende gemotiveerd. De Hoge Raad bevestigde vorige week daarmee het oordeel van het hof.
Afsluiting
Dit arrest van de Hoge Raad bevestigt weer het belang van het arrest X/Gemeente Amsterdam met betrekking tot schijnzelfstandigheid. Omdat de maaltijdbezorgers van Deliveroo moeten worden aangemerkt als werknemers, hebben zij onder meer recht op loondoorbetaling bij ziekte, cao-loon, vakantiedagen, vakantiegeld et cetera. Hoewel Deliveroo sinds begin dit jaar niet meer actief is in Nederland, is dit een pijnlijke nabrander.
Deze uitspraak zal verder ook gevolgen hebben voor de schijnzelfstandigen die voor andere bedrijven werken, zoals Uber en flitssupermarkten. Ook die werkenden zullen hoogstwaarschijnlijk moeten worden aangemerkt als werknemers. De vakbond FNV heeft het kabinet al opgeroepen om in actie te komen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan.
De Europese commissie heeft inmiddels wetgeving in de maak om platformwerkers – zoals de maaltijdbezorgers – beter te beschermen en meer zekerheid te geven. Voorgesteld wordt dat platformwerkers in beginsel werknemers zijn, tenzij het platformbedrijf aantoont dat sprake is van een zelfstandige.
Meer weten over dit onderwerp?
Mr. Noë Nijdam en mr. Eva Grosheide schreven voor OpMaat Arbeidsrecht+ een uitgebreide en actuele Practice Note over het onderwerp “Kwalificatie arbeidsovereenkomst”. Klik hier om deze te lezen.