Nu het wettelijk streven naar 30% vrouwen aan de top is mislukt, laait het debat over wel of geen vrouwenquota weer op. De voorstanders wijzen op succesverhalen in buurlanden, de tegenstanders denken dat er te weinig vrouwen zijn. De meeste vrouwen willen gewoon niet, zeggen ze. Die tegenstanders hebben gelijk. Vrouwen willen niet. En kun je het ze kwalijk nemen?
Door ZoZuidas
Succes comes with a price. ‘Je kunt geen luizenmoeder meer zijn. Dat is een prijs die ik er wel voor wil betalen.’ Werd er gekscherend gezegd door een succesvolle vrouw tijdens een netwerkbijeenkomst. Als dat inderdaad de prijs is die betaald zou moeten worden, zouden veel meer vrouwen wel bereid zijn die tocht naar de top te ondernemen.
Maar de prijs is hoger. Veel hoger. De prijs om carrière te maken op de Zuidas is te zien in een SIRE spotje uit 1997 ‘ Wie is die man die op zondag het vlees komt snijden?.’ Maar met alleen een vrouwenquota wordt het: ‘Wie is die vrouw die op zondag de quinoa opschept.’ En wat is er dan feitelijk veranderd? Helemaal niets.
Geen wonder dat vrouwen niet willen. In plaats van naar de vrouw te kijken en van haar te verlangen dat ze er wat voor opgeeft, is het zaak om naar het systeem te kijken en te verlangen dat daar wat wordt opgegeven. Dat besef leeft al wat langer. Het feit dat de zorg voor kinderen (of familie) grotendeels op de schouders van de vrouw ligt is bijvoorbeeld een probleem voor vrouwenparticipatie. Dat weet ook Asscher. Vandaar de verruiming van vaderschapsverlof van twee naar maar liefst vijf dagen. Met twee dagen vaderschapsverlof waren we het lachtertje van Europa. Met vijf dagen zijn we dat nog steeds. Dat dacht Stibbe ook, en maakte er tien dagen van. Bewonderenswaardig, maar toch moet het nog beter. Bijvoorbeeld door het verlof van mannen net zo lang te laten duren als het verlof van vrouwen (opeenvolgend), geef je mannen de kans om er te zijn voor hun nieuwe kind en vrouwen de kans om relatief zorgeloos na het verlof te gaan werken, waardoor ze minder snel voor ontslag zullen kiezen. Daarnaast zorgt dit ervoor dat een vrouw nauwelijks achterstand oploopt in vergelijking tot haar mannelijke collega.
De eerlijke verdeling van zorg zal ook na het verlof in stand blijven, waardoor mannen minder gaan werken, maar vrouwen meer.
En bovendien zal er iets anders plaatsvinden. Iets wat we zonder deze maatregelen niet voor elkaar hadden gekregen: Begrip. Want de man die altijd 80 uur per week heeft gewerkt, de zorg voor zijn kinderen over de schutting heeft gegooid en zelfs op zondag geen tijd had om het vlees te snijden, heeft geen begrip voor de vrouw (of man) die om 17:00 uur naar huis moet om haar kind van de BSO te halen.
En dat begrip is cruciaal in de verandering van het systeem. In een dergelijke omgeving zullen zowel mannen als vrouwen floreren en eerder kiezen voor een topfunctie. Ambitieuze mannen en vrouwen maken dan evenveel kans op een carrière. Een vrouwenquota is daarmee overbodig en achterhaald.