Dinsdag werden er Kamervragen gesteld over de topsalarissen bij ABN AMRO, door nota bene de partij voor de witte man met teveel ego en geld, de VVD. Aanleiding was de verhoging van de bonus van ING-baas Hamers die na magere jaren van 1,3 miljoen tot 1,6 miljoen euro is verhoogd.
Door ZoZuidas
De top van ABN Amro kreeg een ton salarisverhoging per jaar en de collega’s van ING en verzekeraar NN ontvangen 28 tot 46 procent meer loon. Zouden de bankiers zich wel gedragen volgens hun bankierseed, vroegen Kamerleden zich daarop af.
Sinds vorig jaar is de ambtseed verplicht voor bestuurders en interne toezichthouders van financiële instellingen. Het kabinet wilde de eed al uitbreiden naar medewerkers met klantcontact, de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) bepleit de eed zelfs verplicht te stellen voor álle 90.000 medewerkers van financiële instellingen. Van de broker tot en met de koffiejuffrouw en de man in de postkamer, allemaal zouden ze plechtig moeten beloven hun functie integer en zorgvuldig uit te voeren.
Waarom, vragen wij ons af. Eerst werd orde op zaken gesteld in het bankwezen met harde kapitaaleisen en strengere regels. Toen werd gevreesd voor een braindrain en was het tijd voor een nieuw tovermiddel dat even zacht was als de laatste Pagereclame. De bankierseed werd met veel bombarie gepresenteerd als de ruggengraat voor het tovermiddel dat een nieuwe crisis, in moraal, middelen en motivatie van zuidastijgers moest voorkomen: de cultuuromslag.
De NVB wilde dat ‘alle bankmedewerkers zijn doordrongen van de maatschappelijke verplichtingen die bij hun baan horen’.
Maar hoe verstevigt een eed dat verantwoordelijkheidsgevoel?
Als advocaat hebben wij een eed die we afleggen, bij de beëdiging. Die werkt, want die is gekoppeld aan een set gedragsregels. Schending leidt in het ergste geval tot schrapping van het tableau. Het overtreden van de bankierseed heeft geen enkel effect. Ja, het invoeren van de bankierseed gaat gepaard met gedragsregels, zegt de NVB. Maar als je je daaraan niet houdt dan, dan… gebeurt er niets.
Bovendien komt de prikkel op het verkeerde moment. Het is zoals bij een waarschuwing voor gruwelijke foto’s op een nieuwssite of het verzoek om een like voor gratis internet: je moet om akkoord vragen op het cruciale moment. Oftewel de seconde voordat je overweegt tot actie over te gaan. Als een pop up-venster schreeuwt ‘weet je wel zeker dat je nu een ticket wil boeken zonder handbagage? Wil je echt per se wi-fi in dit café?’, Dan ga je nadenken over je keuze op het moment dat je die ook echt hebt.
De bankierseed werkt anders. Die wordt aan het begin van een carrière afgelegd. Wanneer je als kersverse bankier voor de kansel staat, is het enige dilemma waarmee je tot dan toe geconfronteerd bent: ballerina’s of stiletto’s? Bij het opstellen van een overeenkomst of een juridisch advies heb ik me nooit afgevraagd: zou ik dit nou wel zo doen, want ik heb toch die eed afgelegd? De reden dat je je aan de gedragsregels houdt is ofwel de dreiging van een sanctie, ofwel een intern kompas. Dat kompas zit er of dat zit er niet, daar gaat een armzalige eed niet veel aan veranderen.
Grofweg zijn bankiers te verdelen in twee types: zakenbankiers en de rest. De snelle jongens versus de naar veiligheid snakkende kantoorhamsters, die al blij zijn met een vierdaagse werkweek en een fikse korting op de hypotheek. Bij die eerste groep haalt een bankeed niets uit, omdat andere prikkels, zoals geld en status, sterker zullen zijn. Bij die tweede groep is een eed overbodig. Ze houden zich niet bezig met risicovolle taken en hebben toch al plichtsbesef. En zonder harde regels zullen Bokito-bankiers het waarschijnlijk nog wel even blijven winnen van de rest.