Johan Rijlaarsdam stopt per direct als algemeen deken. De reden van zijn voortijdig vertrek – hij stopt al na een jaar – zijn ‘persoonlijke redenen,’ laat de Orde van Advocaten weten. Maar zijn vertrek wordt in een adem genoemd met twee gebeurtenissen die zijn bestuursjaar tekenden.
Door Zo Zuidas
Ten eerste de dood van strafrechtadvocaat Derk Wiersum, en ten tweede de deal die de Orde sloot met minister Sander Dekker over ‘noodhulp’ aan de sociale advocatuur. Die ‘Dekker-deal’ schoot veel sociaal advocaten in het verkeerde keelgat. Kort samengevat : de Orde riep in november op tot het intrekken van de piketstaking die was aangekondigd voor begin januari, in ruil voor 73 miljoen euro noodhulp die Dekker voor de komende twee jaar heeft toegezegd.
Door het ‘extra geld’ stijgt het punttarief de komende twee jaar van 108,57 naar 121,50 euro. Maar dat is niet meer dan een doekje voor het bloeden, zeggen de sociaal advocaten. Sinds 2011 is er namelijk al beknibbeld op het puntentarief, inflatie daarbij nog niet meegerekend. Terwijl het tarief daalde, werden de zaken juist complexer. Daardoor werken sociaal advocaten nu vaak drie keer langer aan een zaak dan het aantal punten dat er voor staat.
Omgerekend verdienen ze vaak rond de 36 euro per uur – en daar moeten de kantoorkosten nog vanaf.
De financiële situatie is voor veel kantoren zo onhoudbaar geworden dat ze geen jonge advocaten meer opleiden. De diehards die toch een praktijk op toevoeging willen draaien, moeten zelf geld lenen om de kosten van de beroepsopleiding – en soms gederfde inkomsten – te betalen. “Als ik nu bij de HEMA begin, zou ik net zoveel geld verdienen als in de sociaal advocatuur, maar dan had ik niet ook nog een studieschuld af te lossen en een lening voor de beroepsopleiding die even groot is,” zo verwoordde een rechtenstudente het onlangs nog tegen de NOS.
Onder druk van een dreigende piketstaking, zei Dekker tegen het einde van vorig jaar de 73 miljoen euro noodhulp toe, onder een voorwaarde: die staking moest van de baan. Nadat de Orde daartoe opriep en ‘een einde maakte’ aan een staking die zij zelf niet begonnen was, begon een groep gedesillusioneerde advocaten de Vereniging Advocatenbelangen (VAB).
“Op het moment dat een advocaat op Twitter riep: de maat is vol, we gaan staken, was ik zo ontzettend blij dat er eindelijk eens iemand opstond voor onze belangen,” zo verwoordt een van de advocaten die zich heeft aangesloten het sentiment. “Ik dacht echt dat de jarenlange problemen en frustraties nu eindelijk eens opgelost zouden worden. Maar nee hoor, meteen ging de NOvA akkoord met een door minister Dekker aangeboden fooi. Meer is het natuurlijk niet.”
Dat er een alternatieve belangenbehartiger opstaat naast het formeel aangewezen vertegenwoordigende orgaan is een teken aan de wand: geen goed nieuws voor de Orde. Maar waarom maken andere mensen zich niet drukker om de leegloop van de sociale advocatuur? Bijna veertig procent van de mensen in Nederland komt in aanmerking voor gefinancierde rechtsbijstand. En zelfs als je niet in die doelgroep valt, kun je bedenken dat je in Nederland geen Amerikaanse praktijken wilt.
De advocatuur zit met een imagoprobleem. Het is niet sexy om op te komen voor een beroepsgroep die wordt geassocieerd met snelle auto’s en dure maatpakken. De tekorten in de zorg, daar moeten we nu eerst wat aan doen.
Maar toegang tot het recht is net zo’n pilaar van de rechtsstaat als toegang tot onderwijs en zorg. Als we niks doen, worden advocaten vervangen door juristen van verzekeringsmaatschappijen, en die hebben altijd een commercieel belang. Dan kan je alleen je recht halen voor zover dat binnen het protocol van de verzekeringsmaatschappij past.
Als het aftreden van Rijlaarsdam inderdaad te maken heeft met dit dossier, is zijn vertrek een gemiste kans. Daarmee komt de focus te liggen op de ‘fouten’ die de Orde heeft gemaakt – terwijl de echte decision maker – Sander Dekker – aan het roer blijft, zonder uitzicht op een echte oplossing.