Als ik aan het advocatenkantoor van de toekomst denk, zie ik een robot voor me die met een snelle scan weet in welke gemoedstoestand ik ben, klaarstaat om mijn jas op te vangen, wegrolt om maar vast uitstel te vragen op de rol en even later ongevraagd terugkomt met een havermelk-latte en een chocolaatje uit het vergadercentrum.
Door Zo Zuidas
Ons voorstellingsvermogen ontstijgt zelden de realiteit die we al kennen.
Goed, natuurlijk, zouden ze ook ingetuned op je workflow zijn en volautomatisch nare change of control clausules uit documenten plukken. Vastlopende definities en crossreferenties checken en digitale ‘hello you’ boodschappen laten bezorgen met de printcode voor een 3D-zenkristal. En is er een luierwisselplugin voor de huisrobot van de collega die net bevallen is? Ze zouden op gezette tijden binnenrollen met een Andy-meditatie en een oneindige database vol templates en know how met zich meedragen zodat je eigen rol in je bureaustoel wordt gereduceerd tot – ja, tot wat eigenlijk?
Maar er zit nog een fase voor. Het nieuwe werken op afstand.
Toen iemand me voor de eerste keer benaderde om juridisch werk te gaan doen op afstand, had ik Man Bijt Hond-achtige fantasieën over huisvrouwen die met doorrookte stem vieze fabels vertellen aan middelbare mannen met kantoorbuikjes via een headset voor 0900SEXX, terwijl ze intussen een buurt bedekkend kleed macrameeën op de bank.
Zo zou ik billable inbellen op een acht uur durende conference call, terwijl ik op Marie Kondo-achtige wijze alles tussen de vliering en de achterste stellagekast in de kelder onder handen nam. Ik zou een ‘Quick Scan’ doen van documenten terwijl ik een gezichtsbehandeling onderging en een oude template uit mijn mail plukken om de deal van de eeuw te redden op weg met de kinderen naar kunstles in Artis.
De realiteit blijkt anders. Elke dag word ik gevraagd om in- en uit te klokken als een fabrieksarbeider. Instructies krijgen we in de vorm van documenten met meer definities dan een overnamecontract. Er worden wat Excel sheets en templates over de brug gegooid. Er is geen direct klantcontact. Communicatie verloopt op beslisboom-achtige wijze per ingevuld formulier of mail, net zoals grote telecomproviders in het kader van de procesoptimalisatie geen telefoonnummers meer op hun websites zetten maar alleen een aantal voorgekauwde antwoorden op de FAQ.
Als je iets anders wil weten, then you’re fucked. Niks is echt duidelijk, behalve je ‘deliverables’. Vijftien tot twintig minuten per contract, inclusief ‘quality control’ door een meer geavanceerde bedrijfsunit in een lage-lonen-land. Als je langer doet over je taken, komt er een foutmelding in de vorm van een waarschuwingen dat je geen nieuw werk meer krijgt toegewezen.
Soms zijn er conference calls met de teams, maar dan moet je extreem je best doen om cultuur-, taal- en wifibarrières te overwinnen.
Toegegeven, het geeft natuurlijk ontzettend veel vrijheid. Voor vijf euro per havermelk-latte kan je in een ‘gezellig’ café tussen de natgeregende toeristen proberen de instructies te ontcijferen die iemand met blikkerige stem ophoest in onverstaanbaar Engels (zorg wel dat je Skype op mute staat). Je kan het werk doen waar en wanneer je wil, dus er is eigenlijk nooit een geldige reden voor het niet halen van je deliverables.
Die vrijheid zou je bijna doen vergeten dat je net zoveel verdient als de Uber-bezorger die rondfietst in de spits. Ja, het is schromelijk onderbetaald, en ja, de lineaire communicatie verloopt nagelschurend inefficiënt. Maar de vrijheid mensen, de vrijheid!
Natuurlijk kennen we het concept van gedetacheerde afdelingen in landen waar kantoorslaven papierbergen wegwerken voor een uurloon met de waarde van een BigMac. De callcenters in Zuid-Afrika. De document checkers in India. Maar dat was iets voor ondersteunende afdelingen die werk deden dat in De Toekomst zou worden overgenomen door robots, toch?
Juist. Dat is ook wel zo. Alleen, die robots zitten in Europa en worden aangestuurd door cyborgs in lagelonenlanden. Die robots, dat zijn de freelance juristen die werken op afstand.