De arbeidsmarkt groeit. In het laatste kwartaal van 2017 kwamen er 57.000 banen bij, de sterkste toename sinds 2008. Voor het eerst is er weer sprake van een ‘gespannen arbeidsmarkt,’ volgens het CBS. Maar als je wat beter kijkt, zie je een scheefgroei tussen jong en oud, tussen vast en flex.
Door Zo Zuidas
Banen komen er vooral bij in de uitzendbranche. Het aandeel werknemers daalt en van deze groep heeft een steeds groter deel een flexibele arbeidsrelatie, is te lezen in het rapport ‘De arbeidsmarkt in cijfers’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Vier op de tien jongeren heeft wel werk, maar geen vaste baan. Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg, denkt dat over tien jaar misschien wel tachtig procent van de beroepsbevolking zzp’er is.
Er wordt vaak gezegd dat het een generatiedingetje is. Millennials zijn verwende peuters met de ‘mindset’ van een driejarige: ze kunnen niet tegen kritiek. Ze zijn egocentrisch. Ze willen ‘niks’. Daarom is iedereen eigen baas in koffietent. Het is fijn werken in je eigen stolp. Tussen de cakekruimels kan je jezelf prima wijsmaken dat je de gouden toekomstdroom beleeft. Nog een soja latte voor vier euro alsjeblieft.
Maar wie zegt dat die situatie een vrije keuze is?
Jongeren waren de afgelopen jaren kind van de rekening tijdens de crisis. Ze kwamen lang niet aan de bak of stonden snel weer op straat. Maar van de groep 25-35 jarigen wil ruim negen op de tien professionals (92 procent) wel een vast contract. Binnen deze groep heeft maar 72 procent daadwerkelijk een vaste aanstelling, blijkt uit cijfers van het CBS.
Wie heeft die vaste baan nog wel? De oudere werknemer die met zijn vaste contract is blijven steken in de organisatie als een ingegroeide kalknagel. Vut en prepensioen zijn goeddeels afgeschaft, de AOW-leeftijd gaat omhoog. Dat merk je in de cijfers. De laatste tien jaar is het aantal werkende zestigers gestegen van 276.000 naar 690.000. Het aantal werkende zestigers is in twee generaties verdubbeld: van 11 naar 23 procent.
Verrassend vaak zijn die oudere medewerkers man. Op kantoor gedragen ze zich als een ingedroogd korstje beschimmelde kaas in het zijvak van de ijskast. Ze maken geen plek.
De mastodont heeft zijn frisse blik verruild voor een permanent zure kijk op de kantoorwereld. Hij heeft zijn verpakking al afgeworpen en hoeft zijn best niet meer te doen. Hij weet dat het te duur wordt om hem af te kopen. Hij lijkt op een stuk Old Amsterdam uit 2008: hij gedraagt zich weerbarstig en keihard.
Levert de jongere iets aan dat hij niet begrijpt, dan moet het opnieuw. Het betekent niet dat het fout is, maar het is niet aan hem besteed. Bij verandering reageert hij zo ongeveer als je moeder bij de intrede van Netflix. Hij pakt nog steeds liever de afstandsbediening voor de videorecorder Probeer je als jongere medewerker uit te leggen dat iets anders kan of sneller, dan wordt hij boos. De oudere vaste kracht is als een oude stop in de gangkast. Hij slaat door bij teveel weerstand.
Ergens is dat begrijpelijk, want de mastodont draagt eindverantwoordelijkheid. Hij heeft immers nog wel een vast contract. Daar word je zenuwachtig van. Net als van een snel digitaliserende en veranderende wereld. Maar normaal krijgen dit soort types tegenwicht. Van jongere werknemers die een vaste plek in de organisatie hebben verworven of in ieder geval genoeg perspectief en zekerheid om hun mond open te doen.
Jongeren zonder vaste aanstelling hebben geen andere keuze dan het gedrag van de mastodont te slikken als zuur geworden room. Het gevolg is dat er in organisaties met veel flexwerkers meer fouten worden gemaakt. Die worden natuurlijk vaak afgeschoven op degene zonder vast contract. Er is een heel leger schijnwerklozen dat zweeft van plek naar plek.
Het is fijn dat de arbeidsmarkt aantrekt, maar het zou nog fijner zijn als het contract voor onbepaalde tijd wordt gemoderniseerd. Nu is werk maar werk, zolang de voorraad strekt. Millennials, maar ook bedrijven, zijn gebaat bij meer jongeren op een vaste plek.